Haar moeder werkte als assistent-accountant en haar vader was manager bij een fabriek die rekenmachines produceerde. Françoise en haar jongere zus Michèle (achttien maanden jonger) werden alleen door hun moeder opgevoed, aangezien hun vader al getrouwd was en als bigamist het bestaan van zijn twee dochters geheim hield voor zijn wettige echtgenote. De jeugd van Françoise Hardy speelde zich af in een tweekamerappartement aan de rue d'Aumale 24, in het 9e arrondissement van Parijs, met een moeder wiens meisjesnaam zij droeg. In één kamer sliepen Françoise en haar zus, in de eetkamer sliep haar moeder.
Op verzoek van haar moeder gaf haar vader Françoise een gitaar als beloning voor het slagen in haar eindexamen in juni 1961. Daarvoor had Françoise geprobeerd liedjes te componeren. Op zoek naar zichzelf en een beroep dat verband hield met haar muzikale omgeving, ging ze naar de particuliere muziekschool Petit Conservatoire Mireille Artuche. Terwijl ze naar het conservatorium ging, ging Françoise, op advies van haar moeder naar de Universiteit van Parijs aan de Faculteit Politieke Wetenschappen (later stapte ze over naar de Faculteit Filologie). Na het eerste studiejaar aan de universiteit zag Françoise een advertentie in de krant France Soir voor een auditie voor jonge zangers en ze werd geselecteerd.
Françoise Hardy tekende haar eerste contract met het platenlabel Disques Vogue in november 1961. In april 1962, kort nadat ze eindexamen had gedaan, verscheen haar eerste album Oh oh Chéri, met het titelliedje geschreven door Johnny Hallydays schrijfduo. Het nummer Tous les garçons et les filles werd een groot succes en er werden er 2 miljoen van verkocht. Ze had lang haar en droeg meestal jeans met een leren jasje en begeleidde zichzelf op de gitaar. De internationale impact van Tous les garçons et les filles, alsmede die van Hardy's uiterlijk en presentatie, leidde ertoe dat de zangeres medio jaren zestig door sommigen werd gepresenteerd als 'Frankrijks antwoord op The Beatles'.
Hardy zong soms in het Engels, Italiaans, Spaans, en Duits. In 1963 vertegenwoordigde ze Monaco bij het Eurovisiesongfestival met L'amour s'en va en bereikte de vijfde plaats. In 1968 ontving ze de Grand Prix du Disque Académie Charles Gros.
In januari 1968 trad ze op te Ravels in België. Haar optreden werd gefilmd door de BRT, de voorloper van de VRT.
Lange tijd was ze het gezicht van de modehuizen van Paco Rabanne, Yves Saint Laurent, Courrège en de verpersoonlijking van de schoonheidsnormen van de jaren 1960. Na een succesvolle rol in de film Grand Prix tekende ze een contract bij de platenmaatschappij Warner Bros.
In 1974 nodigde de beroemde astroloog Jean-Pierre Nicola haar uit om met hem samen te werken en ze werd een deskundige astroloog en presenteerde acht jaar lang astrologische programma's op Radio Monte Carlo.[bron?]
In mei 2000 had ze een comeback met het album Clair Obscur. Haar zoon speelde gitaar en haar man zong het duet Puisque vous partez en voyage. Iggy Pop en Étienne Daho deden ook mee.
Persoonlijk
In 1981 trouwde Hardy met haar oude vriend en collega Jacques Dutronc, met wie ze vanaf 1967 een relatie had en in 1973 een zoon kreeg, Thomas Dutronc. Vanaf 1988 woonden ze apart; Hardy in Parijs en Dutronc in Monticello, Corsica. In 1991 kreeg Hardy tot verdriet van Dutronc een nieuwe relatie, maar zij bleven tot het eind van haar leven getrouwd.[1]
Hardy blijft een van de best verkopende zangers in de Franse geschiedenis en wordt beschouwd als een iconisch en invloedrijk figuur in zowel de Franse pop als de mode. In 2006 ontving zij de Grande médaille de la chanson française, een prijs uitgereikt door de Académie française, als erkenning voor haar muzikale carrière.
In 2008 bracht Françoise Hardy een autobiografie uit: Le désespoir des singes ... et autres bagatelles, uitgegeven door Robert Laffont, Parijs (ISBN 978-2-221-11163-5), in het Nederlands verschenen als De autobiografie (een roemrijk vrouwenleven) (2009, Nijgh & Van Ditmar, ISBN 978 90 388 9298 6).
Haar lied L'amitié wordt gespeeld in de Franse film The Barbarian Invasions (Les Invasions barbares) van regisseur Denys Arcand. De film won een Academy Award in 2003 voor beste buitenlandse film.
Tous les garçons et les filles wordt gespeeld in de Britse film Metroland (1997) en in de film The Dreamers (2003).
Le temps de l'amour wordt gespeeld in de film Moonrise Kingdom (2012) en werd gebruikt voor het televisieprogramma Taboe (2018).
Trivia
Bob Dylan bracht in 1964 een album uit met de titel Another Side of Bob Dylan. Op de achterkant van de hoes staat een gedicht waarin aan Hardy wordt gerefereerd: for françoise hardy / at the seine's edge / a giant shadow / of notre dame.[4]