Het Formule 1-seizoen 1994 was het 45e FIA Formula One World Championship seizoen. Het begon op 27 maart en eindigde op 13 november na zestien races.
Het seizoen werd overschaduwd door de zware ongevallen. Ayrton Senna en Roland Ratzenberger verongelukten dodelijk tijdens het raceweekend van de Grand Prix van San Marino op Imola. JJ Lehto crashte zwaar tijdens een testrit vlak voor de start van het seizoen. Daarnaast raakten Rubens Barrichello, Karl Wendlinger, Andrea Montermini en Pedro Lamy gedurende het seizoen zwaargewond bij ongelukken.
Ook stond het seizoen in teken van controverses. Het team van Benetton werd ervan verdacht illegale software, zoals tractiecontrole, te gebruiken.
Michael Schumacher behaalde zijn eerste wereldtitel, mede door zijn concurrent Damon Hill van de baan te duwen in de laatste race van het seizoen in Adelaide.
Jos Verstappen debuteerde in de Formule 1 en behaalde twee podiumplaatsen.
Nigel Mansell maakte zijn wederoptreden bij Williams.
In 1994 werd het in 1984 ingevoerde verbod op bijtanken gedurende races afgeschaft. Teams mochten tijdens de race met de door de FIA geleverde tankinstallaties de auto's bijtanken. Hierdoor werden pitstops, die tot dan toe alleen bestonden uit bandenwissels, veel belangrijker voor het verloop van de race. De regelwijziging werd controversieel toen een huiveringwekkende steekvlam ontstond bij het bijtanken van de wagen van Jos Verstappen tijdens de Grand Prix van Duitsland.
Alle teams reden met banden van Goodyear.
De Grand Prix van Europa te houden op het Donington Park in Groot-Brittannië werd afgelast en vervangen door de Grand Prix van de Pacific.[1] Later kwam de Grand Prix van Europa toch op de kalender maar werd verreden op het circuit van Jerez in Spanje in de plaats van de afgelaste Grand Prix van Argentinië.[2]
De Grand Prix van Argentinië, werd op 1 juni 1994 afgelast omdat duidelijk werd dat de werkzaamheden om het circuit te moderniseren niet op tijd klaar konden zijn.[2]