Financieel derivaatFinanciële derivaten zijn beleggingsinstrumenten die afgeleid zijn van een onderliggend beleggingsinstrument, dat het onderliggende, of de onderliggende waarde, wordt genoemd. De voornaamste soorten derivaten zijn opties, futures, swaps en forwards. Derivaten kunnen gebruikt worden om risico's te verkleinen van de toekomstige waardeontwikkeling van het onderliggende, maar ook om de effecten van koersschommelingen van het onderliggende te versterken (hefboom, leverage), en/of voor het creëren van een tegengesteld effect, zoals het profiteren van een verwachte koersdaling van het onderliggende. De handel in derivaten zelf heeft een sterk speculatief karakter. Onderliggende waardeDerivaten kunnen betrekking hebben op een breed scala aan onderliggende waarden. Het meest bekend zijn de derivaten die betrekking hebben op andere effecten, maar de mogelijkheden zijn niet beperkt tot financiële waarden.
VariantenEr zijn drie basissoorten derivaten te onderscheiden.
GebruikMet behulp van financiële derivaten kan men specifiek risico verhandelen en overbrengen op een andere partij. Het traditionele voorbeeld is dat van de boer, die de verkoopprijs van zijn toekomstige oogst wil veiligstellen tegen een mogelijke prijsdaling van zijn producten. Aan de andere kant zijn luchtvaartmaatschappijen actief in het afdekken van risico's van stijgende kerosineprijzen. In de praktijk worden financiële derivaten echter voornamelijk verhandeld op andere financiële instrumenten zoals obligaties. De handel met als uitgangspunt beleggen en speculatie is vele malen groter dan de eerder genoemde concrete voorbeelden. HandelFinanciële derivaten kunnen verhandelbaar zijn op de effectenbeurs of over the counter (OTC), waarbij de partijen buiten de beurs om rechtstreeks zaken met elkaar doen. Het voordeel van de handel via de beurs is dat de contracten altijd duidelijk en gestandaardiseerd zijn, en het betrekkelijk eenvoudig is om de marktprijs van de derivaten uit de markt af te lezen. Daarnaast hoeft men zich geen zorgen te maken of de tegenpartij wel aan haar verplichtingen kan voldoen, omdat de beurs hiervoor garant staat. De transactie-eenheid wordt een contract genoemd. Een transactie betreft een geheel aantal contracten. Het onderligende per contract is bijvoorbeeld 100 aandelen, € 100 per indexpunt of 50 ton maïs. De OTC-handel vindt plaats tussen grote financiële instellingen onderling en kunnen betrekking hebben op nauwkeurig op maat gemaakte producten. Een risico hierbij is dat een van de twee partijen niet in staat zal blijken om te voldoen aan de verplichting. Men maakt bij het opstellen van derivatencontracten vaak gebruik van de documentatie van de International Swaps and Derivatives Association (ISDA). Deze documenten zijn speciaal geënt op derivatentransacties, en kunnen naargelang de specifieke situatie worden aangepast. RisicoDerivaten zijn onder meer bedoeld om risico te verhandelen en indien gewenst te verkleinen. Door onkundig gebruik kan men echter tegen grote verliezen aanlopen.
De kredietcrisis van 2008 was de eerste stap in dit proces van "financiële massavernietiging". De aanname van veel Amerikaanse derivaten dat onroerendgoedprijzen altijd zullen stijgen, bleek niet te kloppen en investeerders in derivaten moesten grote afschrijvingen doen. Omdat deze verliezen voor het merendeel werden gecompenseerd met behulp van overheidssteun, ontstond er na de kredietcrisis van 2008 bij die investeerders echter geen prikkel om hun derivatenrisico's te verkleinen. Integendeel, de potentiële winsten van derivaten (en de bijbehorende bonussen voor de betrokken handelaren) zijn enorm en door de overheidssteun is het neerwaartse risico voor de investeerders nihil. Het bedrag van de uitstaande derivaten is sinds die tijd dan ook gewoon doorgegroeid[3], alsmede de bijbehorende risico's voor het financiële systeem. Deze belangrijke oorzaak van de kredietcrisis is dus niet aangepakt. Eind september, begin oktober 2010 is gebleken dat niet alleen de aannames die ten grondslag liggen aan veel derivaten niet kloppen maar ook dat de producten zelf op frauduleuze wijze tot stand zijn gekomen.[4] Dit zal naar verwachting leiden tot nieuwe afschrijvingen bij, en faillissementen van, grote investeerders in OTC-derivaten (pensioenfondsen, overheden en financiële instellingen) in het najaar en de winter van 2010. GeschiedenisDerivatenhandel kwam al in de oudheid voor, maar was een marginaal verschijnsel tot de opkomst van het kapitalisme in Europa, vanaf ca. de late veertiende eeuw. Derivaten op staatsschulden waren bekend in het Venetië van 1390. Futures werden al in 1610 op de Amsterdamse effectenbeurs verhandeld en speelden een belangrijke rol in de tulpenmanie van 1634-37. Later in de zeventiende eeuw begon men opties te verhandelen op de beurs van Londen; deze handel besloeg begin negentiende eeuw het leeuwendeel van de transacties.[5] DerivatenfraudeDoor de mogelijke risico's die gepaard gaan met financiële derivaten zijn er in de loop der jaren enkele grote verliezen geleden door banken en investeerders. Veel grote verliezen bij banken zijn veroorzaakt door welbewust gokken door hun werknemers. De handelaren van banken worden met hoge variabele bonussen gestimuleerd risico te nemen en grote winsten te behalen. De volgende roekeloze handelaren hebben hun werkgevers opgezadeld met grote verliezen:
De verliezen die ontstonden bij andere instellingen zijn vooral veroorzaakt door onkunde. In sommige gevallen was er echter geen sprake van onkunde maar was het probleem vooral gelegen in overmoed. De bekendste verliezen zijn:
Externe links
Bronnen, noten en/of referenties
|