Als zoon van drukker en uitgever van de Gazette van Gent Desiderius Van der Haeghen (1797-1850) en van Sophie Hulin (1803-1881), was Vanderhaeghen al van jonge leeftijd gebeten door de geschiedenis en de bibliografie. Hij verzamelde onder meer boeken die gedrukt waren in Gent, waar hij met zijn Bibliographie Gantoise (1858-1869) een overzicht van gaf. In 1872 maakte hij zijn collectie, die ook handschriften omvatte, over aan de Gentse universiteitsbibliotheek, waar ze nog steeds de kern uitmaakt van het fonds Gandavensia.[1]
In 1860 stelde hij zich kandidaat voor het ambt van stadsarchivaris in Gent, maar werd niet benoemd. Hij werd wel in 1863 lid van een nieuw opgerichte Gentse Archiefcommissie.
In 1869 werd hij in opvolging van Jules de Saint-Genois het hoofd van de Gentse universiteitsbibliotheek, wat hij bleef tot in 1911.
Vanderhaeghen legde als bibliothecaris een zeer grote activiteit aan de dag. Zo startte hij in 1859 met de collectie Vliegende Bladen. Onder het motto Ne jetez jamais un papier bracht hij meer dan een miljoen losse documenten samen, die teruggingen tot 1313. Het is een uiterst heterogene collectie, met bijvoorbeeld 'brieven, catalogi van bloemen, meubels, kleren, machines, en wat dan ook, testamenten, facturen, wikkels van sinaasappels en chocolade, plannen van twee bekende architecten Louis Roelandt en Louis Minard'.[2]
Veelvuldige activiteiten
Van der Haeghen was op vele terreinen binnen zijn vakgebied terug te vinden.
Vanaf 1853 was hij lid van de Maatschappij der Vlaamse Bibliofielen, die hij vanaf 1882 voorzat.
In 1857 werd hij lid van de Stedelijke Commissie voor Monumenten en Stadsgezichten, waar hij secretaris en in 1896 voorzitter van werd.
De Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent werd mee door hem opgericht in 1893.
De stad Gent liet in 1913 een gedenkplaat aan hem gewijd, plaatsen aan de toenmalige bibliotheek aan de Ottogracht.
Privé
Op 29 oktober 1852 trouwde Vanderhaeghen met Julie-Cécile-Charlotte de Dobbelaer (1831-1919), met wie hij vijf zonen kreeg. Vier van hen bleven kinderloos. Een van hen was Victor van der Haeghen (1854-1916), Gents universiteitsdocent en stadsarchivaris, die trouwde met Mathilde Hesnault (1850-1932). Het echtpaar had een dochter en vier zoons, die echter geen afstammelingen hadden.
De familie is uitgedoofd bij het overlijden van Roger van der Haeghen (1889-1974).
Publicaties
Bibliographie gantoise. Recherches sur la vie et les travaux des imprimeurs de Gand (1483-1850), 7 dln., Gent, 1858-1869.
Bibliotheca Belgica. Bibliographie générale des Pays-Bas, 34 dln., Gent, 1880-1923.
Jaarboeken van het hoofdgilde van St. Antone, 3 dln., Gent, 1867.
Marcus van Vaernewijck, Van die beroerlicke tijden in die Nederlanden en voornamelick in Ghendt 1566-1568, F. Vanderhaeghen ed., 5 dln., Gent, 1872-1881.
Joos Lambrecht, Nederlandsche spellijnghe, uutghesteld by vraghe ende antwoorde. Tot onderwijs der jonghers voor haar earste beghin, J.F.J. Heremans en F. Vanderhaeghen ed., Gent, 1882.
J.G. FREDERIKS & F.J. VAN DEN BRANDEN, Haeghen (Ferdinand van der), in: Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde, Amsterdam, 1888-1891.
J. MANSION, F. Vander Haeghen, in: Jaarboek der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, 1921.
Oscar COOMANS DE BRACHÈNE, État présent de la noblesse belge, Annuaire 1990, Brussel, 1990.
K. DEVOLDER, Gij die door ‘t volk gekozen zijt ... De Gentse gemeenteraad en haar leden 1830-1914, in: Verhandelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, 1994.
A. DEROLEZ, Twee Gentse Hoofdbibliothecarissen: Ferdinand Vander Haeghen en Willem De Vreese, in: A. Verhulst en L. Pareyn (red.), Huldeboek Prof. dr. Marcel Bots. Een bundel historische en wijsgerige opstellen, Gent, 1995.