Eupelycosauria
De Eupelycosauria[1] zijn een onderverdeling van de Synapsida. In 1982 benoemde Thomas Stainforth Kemp een infraorde Eupelycosauria, de 'ware pelycosauriërs', binnen de Pelycosauria. De Eupelycosauria waren, net als de Pelycosauria als geheel, nadrukkelijk bedoeld als een parafyletische groep, die niet de Therapsida, laat staan de zoogdieren omvatte hoewel die er wel binnen waren afgesplitst. In de jaren negentig werden zulke groepen snel impopulair. Ook Kemp zelf begon te denken in termen van kladen, monofyletische groepen die alle soorten bevatten die zich op een bepaalde afstammingstak bevinden. In 2004 definieerde Robert Rafael Reisz de Eupelycosauria als zulk een klade, als de groep die Homo sapiens omvat, de mens, en alle soorten die nauwer verwant zijn aan Homo dan aan Casea broili. Verschillende synapomorfieën, gedeelde nieuwe kenmerken, zijn voor de groep geopperd. Deze betreffen alle de schedel. De snuit is hoger dan breed. De snuit is langer dan het gedeelte van de schedel achter de oogkas. Het voorhoofdsbeen levert een brede bijdrage aan de bovenrand van de oogkas. Het wandbeen is kort. Het pariëtaaloog is klein en ligt achteraan tussen de wandbeenderen. Het supratemporale is gereduceerd tot een splinter in een groeve tussen het wandbeen en het squamosum. De Eupelycosauria moeten ontstaan zijn in het Laat-Carboon. Hun zustergroep zijn de Caseasauria. De eupelycosauriërs bestaan nog steeds want alle zoogdieren, waaronder de mens, zijn Eupelycosauria. Het volgende cladogram geeft een mogelijke stamboom van de Eupelycosauria.
Bronnen, noten en/of referenties
Literatuur
Noten
|