Zijn eerste "officiële" compositie was Chasse à l’enfant’ uit 1971, dat hij schreef voor een internationaal korenfestival.[3]
Hij werkte als schrijver decennialang onder meer voor Vrij Nederland,[1] deels - van 1976 tot 1980 - met het pseudoniem Wilhelm Schön, de helft van een duo, toen hij samenwerkte met Willem Jan Otten.[4] Vanaf 1982 schreef hij in Vrij Nederland de rubriek Het Gebroken Oor, dagboek van een luisteraar.[5] In 2004 stopte hij met schrijven voor Vrij Nederland.[6]
Schönberger werkte gedurende zes jaar, tot 1995, als muziekprogrammeur voor het Holland Festival.[7] Vanaf 1988 was hij artistiek adviseur van het Schönberg Ensemble.[6][8]
In 2005 sprak hij onder de titel 'Het Grote Luisteren' de jaarlijkse Huizingalezing uit. Van 2010-2013 schreef hij enkele malen per jaar over muziek in de Groene Amsterdammer.[9]
Otten schrijft dat Schönberger een grote kenner en bewonderaar is van Igor Stravinsky. Schönberger was een vriend van Louis Andriessen,[10] met wie hij samen een boek over Stravinsky schreef.
Het apollinisch uurwerk, De Bezige Bij, 1983, samen met Louis Andriessen, een werk over Igor Stravinsky.
De wellustige tandarts & andere componisten, 1985.
De vrouw met de hamer, 1992
De kunst van het kruitverschieten, De Bezige Bij, Amsterdam, 1998, ISBN 90-234-3740-3. Een verzameling van veertien essays en drie hoorspelteksten.[12]
Het gebroken oor, een selectie van muziekbeschouwingen.[13]
Hier rust Schönberger, Notities over muziek, Uitgeverij Plantage, Leiden (2021), ISBN 978 90 73023 71 0. De titel verwijst naar de titel 17de -eeuwse musicus Huldericus Schönberger, waarvan geen muziek bekend is.[14]
↑ abc(en) Elmer Schönberger. Donemus. N.B. Het genoemde jaartal voor de Pierre Bayle prijs in deze publicatie is onjuist. (27 januari 2017). Gearchiveerd op 19 augustus 2022. Geraadpleegd op 17 april 2024.