Driehoeksongelijkheid

De driehoeksongelijkheid zegt dat een lijnstuk de kortste afstand tussen twee punten bepaalt. Gaat men via een omweg over het punt van het punt naar het punt dan is de afstand langer dan wanneer men direct over het lijnstuk van naar gaat. Als op ligt maakt het geen verschil.

Meetkunde

Voor elk drietal punten en in een euclidische ruimte die niet op één lijn liggen, geldt, met de afstand tussen en :

Als en op één lijn liggen en tussen en ligt, geldt

Vectorruimte

Eerste driehoeksongelijkheid

Voor een abstracte norm op een reële of complexe vectorruimte is de driehoeksongelijkheid een axioma:

voor alle vectoren en .

Uit de ongelijkheid van Minkowski volgt dat de L^p-norm hieraan voldoet.

Dat deze vorm van de driehoeksongelijkheid overeenkomt met het axioma voor een afstand, blijkt uit het volgende:

De norm induceert een afstand die voldoet aan de driehoeksongelijkheid voor een afstand:

Als op een reële of complexe vectorruimte een inwendig product is gegeven, wordt door de definitie

een norm bepaald. Het bewijs dat dit voorschrift aan het axioma van de driehoeksongelijkheid voldoet, volgt uit de ongelijkheid van Cauchy-Schwarz.

Tweede, ook wel omgekeerde, driehoeksongelijkheid

Toepassen van de eerste driehoeksongelijkheid op geeft:

dus

Toepassen op geeft bovendien:

dus

maar dan ook:

dus

Abstract

De algemene vorm van de driehoeksongelijkheid op een willekeurige verzameling geeft aanleiding tot het begrip pseudometriek. In wezen is een pseudometriek niets anders dan een verder niet nader bepaalde symmetrische afstandsfunctie die aan een driehoeksongelijkheid voldoet.