DeltawerkenDe Deltawerken zijn een verdedigingssysteem, in Nederland, ter bescherming tegen hoogwater van de zee van met name de provincies Zeeland, zuidelijk Zuid-Holland en Noord-Brabant. Aan de Deltawerken is decennialang gebouwd. Het project werd compleet verklaard na oplevering van de Oosterscheldekering (1986),[1] de Maeslantkering (in 1997)[2] en na de afronding van de verhoging van alle dijken tot deltahoogte (de Harlingse Keerdam, in augustus 2010).[3][4] Met name de Oosterscheldekering en de Maeslantkering, trekken nog steeds internationaal veel aandacht. De Deltawerken zijn door de American Society of Civil Engineers tot een van de zeven moderne wereldwonderen verklaard.[5] GeschiedenisAanleidingZeeland en de Zuidhollandse Eilanden kennen een eeuwenlange geschiedenis van overstromingen, dijkdoorbraken en zogeheten "verdronken land". Reeds voor de Tweede Wereldoorlog was in meerdere studies geconcludeerd dat de dijken langs de Nederlandse zeearmen nog steeds veel te laag waren. Naar aanleiding daarvan presenteerde Johan van Veen, ingenieur bij Rijkswaterstaat, in 1942 zijn 'Verlandingsplan' voor het Delta-gebied. De watersnoodramp van 1953 gaf de doorslag voor de aanname van een plan om de kustlijn met ongeveer 700 kilometer te verkorten door het aanleggen van gesloten en doorlaatbare dammen tussen de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden. DeltaplanAl enkele dagen na de Watersnoodramp in 1953 werd gewezen op de noodzaak van een planmatige aanpak om voortaan dergelijke overstromingen zoveel mogelijk te voorkomen. Eerst werd de aanleg van terpen geopperd.[6] Overigens was ook voor de Watersnoodramp hier al op gewezen door de Stormvloedcommissie (1940).[7] Door de oorlog is niets gedaan met dit rapport. Ook na de oorlog lag de politieke prioriteit bij de wederopbouw, en gebeurde er niets aan de waterkeringen. In de loop van 1952 kreeg de studiedienst van Johan van Veen opdracht om een plan uit te werken. Dit plan verscheen op 20 januari 1953.[8] Op 21 februari 1953, twintig dagen na de watersnoodramp, installeerde Jacob Algera, toenmalig minister van Verkeer en Waterstaat, de Deltacommissie onder leiding van A.G. Maris, directeur-generaal van Rijkswaterstaat en met Johan van Veen als secretaris. Deze commissie kreeg de opdracht om met plannen op tafel te komen die een dergelijke ramp in de toekomst zou moeten voorkomen. In ieder geval stond men voor twee keuzes: óf het verhogen en versterken van ruim duizend kilometer dijklengte, óf het afsluiten van enkele zeegaten waardoor de door stormvloeden bedreigde kustlijn zou worden verkort. Het enige vereiste betrof een deel van het plan, namelijk dat de Westerschelde en de Rotterdamse Waterweg open moesten blijven om een goede bereikbaarheid van de havens van Antwerpen, Gent en Rotterdam te waarborgen. Tussen mei 1953 en oktober 1955 kwam de Deltacommissie met een vijftal adviezen:
Nadat de Commissie in oktober 1955 het laatste advies had gegeven, diende ze op 16 november van datzelfde jaar een ontwerp van de Deltawet in bij de Tweede Kamer. Op 5 november 1957 aanvaardde de Tweede Kamer het wetsvoorstel, de Eerste Kamer volgde op 7 mei 1958. Een dag later ondertekende Koningin Juliana de Deltawet, die daarmee definitief een feit was. In het vervolg van dit artikel wordt met 'Deltawerken' gedoeld op het West-Nederlandse deel van een veel groter zeeveiligheidsplan. GevolgenNadat de Deltawerken eenmaal waren voltooid, kenden de zeearmen die geheel werden afgesloten geen getijden meer. Hiermee veranderde ook de samenstelling van de flora en fauna; zo verdwenen onder meer de mosselen, zalm en zeeforel doordat zij de rivieren niet meer konden bereiken. Doordat het ingedamde water niet meer werd ververst, verdwenen er ook veel vogels. In het nu stilstaande water kregen blauwalgen bij warm weer de gelegenheid om te groeien.[11] OnderdelenDe Deltawerken bestaan uit de volgende bouwwerken: Stormvloedkering Hollandse IJssel (1958) Zie Stormvloedkering Hollandse IJssel voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De stormvloedkering in de Hollandse IJssel bestaat uit twee keringen, elk met een gewicht van 670 ton wat is opgehangen tussen torens van 44 meter boven NAP. Om de scheepvaart niet te belemmeren ligt direct naast de kering een schutsluis met een lengte van 120 meter en een breedte van 24 meter. Tot slot verbindt een 560 meter lang viaduct de Krimpenerwaard met Zuid-Holland. In 1958 werd deze stormvloedkering als eerste onderdeel van het Deltaplan opgeleverd. Daarmee was een bedrag van 40 miljoen gulden gemoeid. Het viaduct in het project kreeg de naam Algera, vernoemd naar de voormalig minister van Verkeer en Waterstaat. Met zijn 80 meter lengte is deze stormvloedkering een van de kleinere projecten in het Deltaplan. Direct na de voltooiing begon men met het zogenoemde Drie Eilandenplan: de Zandkreek, het Veerse Gat en Grevelingen werden afgesloten met een dam. Haringvlietdam (1970)De Haringvlietdam is gelegen tussen de eilanden Goeree-Overflakkee en Voorne en sluit het Haringvliet af van de Noordzee. Om te zorgen dat het overtollige Rijn- en Maaswater en drijfijs zou worden afgevoerd is gekozen voor de bouw van een spuisluizencomplex, met een breedte van bijna 1000 meter. Ook voorzag men het Haringvlietproject van een schutsluis. Na ruim anderhalf jaar voorbereiding begon in november 1958 de bouw van het spuisluizencomplex. Het heiwerk bestond uit totaal 21.800 heipalen, sommige met een lengte van wel 24 meter. Twee en een half jaar later, in mei 1961, startte het maken van de pijlers waartussen de sluisdeuren werden opgehangen. Boven de sluizen werd een vierbaansweg aangelegd en een gescheiden weg voor het langzame verkeer. In 1966 was een groot deel van het sluizencomplex klaar en konden de 68 machinekamers aan het werk. De schutsluis kwam in datzelfde jaar gereed, zodat men kon beginnen met het afbaggeren van de dijken die de bouwput omsloten. Vervolgens werd begonnen met de aanleg van de dam. Voor de sluiting van het Rak zette men opnieuw de kabelbaan in, die goede diensten had bewezen tijdens de aanleg van de Grevelingendam. Met behulp van deze baan werden ongeveer 100.000 betonblokken in het water geplaatst. De nu nog waterdoorlaatbare dam werd vervolgens volgespoten met zand. In november 1970 was het project klaar en zou het water uit het Haringvliet veranderen van zout naar zoet. Voor het scheepvaartverkeer werd aan de zuidzijde van de Haringvlietdam de Goereese sluis aangelegd. Oosterscheldekering (1986) Zie Oosterscheldekering voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Bij het in 1971 met succes afgesloten Brouwershavense Gat kwam opnieuw de vraag boven of de Oosterschelde wel of niet open moest blijven. De Oosterscheldedam zou met zijn 8 kilometer lengte de meest omvangrijke worden in het hele Deltaplan. De Oosterschelde zelf was breder en woester dan welke andere zeearm ook in Nederland en had een gemiddeld eb- en vloedvermogen van 1100 miljoen m³, veel groter dan bijvoorbeeld het Veerse Gat (70 miljoen m³) of het Brouwershavense Gat (350 miljoen m³). Men begon in 1967 met de voorbereidingen voor deze grootste afsluiting van het Deltaplan: de aanleg van de drie (werk)eilanden Roggenplaat, Neeltje Jans en Noordland. De laatste twee werden met een damvak van 4 kilometer met elkaar verbonden. Er ontstonden drie stroomgeulen met een totale lengte van 3 kilometer: de Hammen, Schaar van Roggenplaat en Roompot. Na protesten vanwege de gevolgen die de afsluiting zou hebben voor gebruikers van de zeearm en voor de natuur, werd echter besloten om de Oosterschelde niet volledig af te dammen. In plaats daarvan werd een halfopen stormvloedkering met schuifdeuren aangelegd. Deze deuren worden (afgezien van tests) alleen bij storm en zeer hoge waterstand gesloten. Maeslantkering (1997) Zie Maeslantkering voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De Maeslantkering was het laatste grote project van de Deltawerken. Met de bouw ervan werd in 1989 begonnen, nadat er in 1987 een definitief besluit over was genomen. De Maeslantkering bestaat uit twee grote beweegbare armen van 237 meter in lengte, die samen de Nieuwe Waterweg kunnen afsluiten en zo het gebied rond Rotterdam beschermen tegen hoog water. De kering is zo gebouwd dat het scheepsverkeer naar de haven van Rotterdam ongehinderd kan doorvaren. Trivia
Zie ookExterne links
Referenties
Literatuur
|