De vierde man Dit artikel gaat over het boek. Voor de verfilming, zie De vierde man (film).
De vierde man is een boek van Gerard Reve dat verscheen in 1981. Het boek, geschreven in de ik-vorm, was oorspronkelijk bedoeld als boekenweekgeschenk, maar werd uiteindelijk vanwege de controversiële inhoud geweigerd. In 1983 werd De vierde man verfilmd door Paul Verhoeven, naar een scenario van Gerard Soeteman. De hoofdrollen in deze film worden vertolkt door Jeroen Krabbé, Renée Soutendijk en Thom Hoffman. InhoudDe ik-figuur Reve blijft na een lezing in Vlissingen overnachten bij de penningmeesteres van het literaire genootschap. Hij gaat, tegen zijn natuur in, ook met haar naar bed. Hij ontdekt dat zij, een weduwe, contact heeft met een knappe jongeman die hij even op het station heeft gezien en op wie hij daar al verliefd is geworden. Dat toeval is te groot en hij besluit bij haar te blijven rondhangen om de knappe jongen te ontmoeten. Met een list weet hij haar te overtuigen hem naar Vlissingen te laten komen. Intussen ontdekt Reve dat zijn vriendin niet eenmaal, maar driemaal getrouwd is geweest en ten slotte komt hij erachter dat ze ook driemaal weduwe is. Reve haalt nu in zijn hoofd dat zij een heks is en dat zij alle drie deze mannen heeft vermoord (ze zijn door een ongeluk om het leven gekomen, iets dat je ook anders zou kunnen uitleggen). Hij vlucht weg uit het huis. Later belt Christine op om te vertellen dat Herman een ongeluk heeft gehad en tegen een boeg van een schip is opgereden. Het verhaal bevat visioenen die pas aan het einde volledig begrepen kunnen worden. Editie geschiedenisOndanks de weigering om het verhaal als boekenweekgeschenk in de aandacht te brengen, werd de uitgaaf een groot succes. Naast de 13 Nederlandse boek-edities, werd De vierde man ook vertaald in het Duits en in het Frans. In 1991 was er uitgaaf van de toneelversie van het verhaal. Sinds 2010 is De vierde man ook online beschikbaar.
|