De snorrende snor
De snorrende snor is het veertigste stripverhaal uit de reeks van Suske en Wiske. Het is geschreven door Willy Vandersteen en gepubliceerd in De Standaard en Het Nieuwsblad van 8 september 1956 tot en met 17 januari 1957. De eerste albumuitgave was in 1957, destijds in de Vlaamse ongekleurde reeks met nummer 29. In 1969 verscheen het verhaal in de Vierkleurenreeks met albumnummer 93. De geheel oorspronkelijke versie verscheen in 2017 opnieuw in Suske en Wiske Klassiek. Personages
Uitvindingen
Het verhaalTante Sidonia ziet een geheimzinnige figuur rond haar huis sluipen. Ze vraagt Jerom en Lambik langs te komen. Wiske maakt een foto van de geheimzinnige man. Tante schrikt als ze de foto ziet; het is haar eigen vader, "de Snor", die ze niet meer heeft gezien nadat hij is vertrokken uit het tehuis voor oude lieden. Het tehuis wordt nu verbouwd en Wiskes grootvader moest dus ergens anders heen. Hij durfde het echter niet aan om gewoon bij zijn dochter Sidonia aan te bellen. Hij mag voorlopig blijven logeren. De Snor plaatst een windwijzer in de tuin. Tijdens een wandeling ziet hij ineens een "Dinges", dat lijkt te komen uit een ander planetenstelsel. Niemand gelooft de Snor, maar Lambik ontmoet de Dinges enige tijd later. Het blijkt een robot te zijn met een rond hoofd en twee hele lange armen. De Dinges bezoekt het huis van Sidonia en is in het begin heel vriendelijk. Hij overlaadt iedereen met geschenken, de Snor krijgt bijvoorbeeld een bromstoel. De Snor wordt opgepakt door de politie, die later in opdracht van het Ministerie van Landsverdediging op zoek gaat naar de Dinges. In het park ontmoeten Suske, Wiske en de Snor Gaby Snoek. Met haar kinderwagen ontkomen ze aan agent 17. De Dinges ziet hoe dom de mensen zijn nu hij de boze bedoelingen van agent 17 ziet die hen nog altijd volgt. Suske en Wiske komen bij Lambik logeren en zien ’s nachts dat Jerom en Lambik de Dinges in de kelder hebben en eraan sleutelen. Hij wordt nu kwaadaardig en wil de mensheid vernietigen. Jerom en Lambik worden vervolgens met slaapgas bedwelmd door een zonderlinge figuur en door de robot meegenomen in een raket. De Snor volgt met de bromstoel en Suske, Wiske en tante Sidonia volgen met de gyronef. De Snor doet een ontdekking en vertelt de vrienden dat de Dingesen naar Afrika vliegen om daar een basis op te richten. Van daaruit willen ze de aarde veroveren. De vrienden worden overvallen in een Afrikaans dorpje en de bevolking wordt meegevoerd over de Rode Zee en wordt als slaven verkocht aan een Sjeik. De Snor vermomt zich als sjeik Ali-Ben-Zine en gaat naar hoofdman Ag-Ben-Fuut en de vrienden bevrijden de dorpelingen. De vrienden worden door de Dinges in slaap gebracht en naar de basis in de woestijn gebracht, een koepelvormig gebouw met diverse knoppen aan de buitenkant. De Snor volgt, maar ook het leger van de Verbonden Naties (leger van verschillende landen) is op zoek naar de basis. De vrienden verslaan de robots en hun leider − het zijn allemaal dezelfde soort Dingesen −, maar Lambik en Jerom blijken nu aan de kant van de robots te staan. Ze overmeesteren de vrienden en herstellen de apparatuur. De aanval begint, maar door een magnetisch veld staat het internationale leger machteloos en wordt de basis gered. De geheimzinnige leider klimt uit de basis en spreekt het leger toe; hij zegt dat hij van de planeet Fiksion komt en dat de mensen elkaar moeten beminnen. De robots vormen hierbij de boodschap "BEMINT ELKANDER" in de lucht met metalen letters die worden verlicht door de spots van het leger. En dan neemt de leider zijn kap af, en blijkt het professor Barabas te zijn, die de mensheid wilde samenbrengen door de angst voor een gemeenschappelijke vijand. Daarom had hij een heel leger Dingesen in elkaar gezet. Lambik en Jerom moesten de professor helpen nadat ze ontdekt hadden dat hij de leider van de robots was. Ze biechten ook op dat ze de Dinges die bij tante Sidonia te gast was hadden gesaboteerd zodat deze kwaadaardig werd, uit jaloezie op de Snor die alle aandacht kreeg. De professor heeft de wereld een les geleerd en wint de Nobelprijs voor de Goede Bedoelingen. Achtergronden bij het verhaal
Uitgaven
Bronnen, noten en/of referenties
|