De Mounties
De Mounties was een Amsterdams komisch duo, in 1946 opgericht door Chris Houthuizen en Ab Smit (1927 - 2013)[1], maar in de jaren 70 en 80 bekend geworden in het theater en op televisie in de samenstelling Piet Bambergen en René van Vooren. Het duo bracht volkse humor in het genre van kluchten en revues. De beginjaren: 1946-1955Ab Smit en Chris Houthuizen traden in 1946 voor het eerst op als duo van twee komische gitaristen in en rond Amsterdam. Ze maakten daarmee een begin met de opbouw van De Mounties. In 1948 wilde Smit samen met Houthuizen doorgaan als beroepsartiest, maar Houthuizen zag dat niet zitten omdat hij een goede baan had bij een vijlenfabriek, die hij niet wilde opgeven. Smit stapte daarop uit De Mounties en ging verder als beroepsartiest samen met Herman Kortekaas in het muzikaal komische duo The Merry Singers. De plaats van Smit in De Mounties werd opgevuld door Pieter van Bambergen, later beter bekend onder zijn artiestennaam Piet Bambergen. Bambergen kon geen gitaar spelen, maar dat was geen probleem. Toen in 1950 ook Bambergen door wilde als beroeps en ook dan Houthuizen zijn baan niet wilde opgeven, stapte Houthuizen op zijn beurt uit De Mounties om zich volledig te richten op zijn werk in de vijlenfabriek waar hij inmiddels chef was. De rol van Houthuizen werd overgenomen door Fred Plevier die – net als zijn voorgangers Smit en Houthuizen - een getalenteerd gitarist was. Bambergen gaf zijn beroep als diamantbewerker op en samen met Plevier werkte hij verder als De Mounties. In de jaren die volgden, breidden ze de bekendheid van De Mounties landelijk uit. Het repertoire dat Bambergen en Plevier brachten was sinds 1946 niet gewijzigd, maar dat was ook niet nodig in deze tv-loze beginjaren. Midden jaren vijftig traden ze op in de radioprogramma's Gein met Lou en Hein van Lou Bandy en Heintje Davids en in de Johnny Jordaan show. Begin 1956 voltrok zich echter een drama bij De Mounties. Tijdens een plaatopname kreeg Plevier op 25-jarige leeftijd een hartaanval die hij ternauwernood overleefde. De doktoren gaven Plevier het dringende advies om te stoppen met het jachtige artiestenbestaan, waarna Plevier uit de Mounties stapte. De ontwikkeljaren: 1956-1965Piet Bambergen was door het noodlot zijn partner kwijtgeraakt en zat met de handen in het haar. Er was net een lucratief contract getekend voor een tournee door België en tevens voor optredens voor Nederlandse en Belgische militairen in Duitsland en Frankrijk. De tijd drong, want het eerste optreden was al binnen een week. Bambergen wendde zich hierop tot zijn voorganger Smit – die op dat moment nog steeds samenwerkte met Kortekaas - en vroeg hem of hij de plek van Plevier in wilde nemen. Smit was als schrijver van het repertoire zeer bekend met de act van De Mounties en net als Plevier een begaafd gitarist. Na overleg tussen Smit en Kortekaas werd besloten The Merry Singers op te doeken. Smit kon toen verder als Mountie en Kortekaas kon zich wijden aan zijn primaire passie: het circus. Kortekaas ging samen met Gerard van Essen werken bij Circus Renz als het beroemde clownsduo De Kamé's. Smit en Bambergen gingen samen repeteren en stonden binnen een week op de planken. Ze werkten een zeer succesvolle tournee af en timmerden verder aan het succes van De Mounties. Delen van het repertoire van The Merry Singers werden geïntegreerd in de act van De Mounties, wat een groot succes bleek te zijn. Talloze optredens in binnen- en buitenland volgden en de ster van De Mounties rees hoger dan ooit. Vanaf 1958 namen Smit en Bambergen op de labels van Decca Records, het Belgische Olympialabel en Telefunken drie platen op met in totaal zes nummers, zoals De Spaarpot, Wat jij vertelt en Het Witte Kasteel. Begin 1960 ontstond er echter onenigheid tussen Smit en Bambergen over de verdeling van de gage. Bambergen wilde als punchliner meer dan 50% van de gage krijgen, wat Smit – als schrijver van het gehele repertoire – pertinent weigerde. Dit werd een onoverkomelijk conflict en eind juni 1960 stapte Smit uit De Mounties. Wederom zat Piet Bambergen met de handen in het haar, want ook toen lagen er op zeer korte termijn vele lucratieve optredens in het verschiet. Piet Bambergen wendde zich daarop tot zijn oude partner Plevier, en Plevier liet zich door Bambergen overhalen weer terug te keren in De Mounties. Pleviers gezondheid was inmiddels verbeterd, maar niet optimaal. Toch besloten Bambergen en Plevier de gok te wagen. En met succes. Hun grote doorbraak kwam op 10 september 1961 toen ze hun eerste televisieoptreden kregen in de Rudi Carrell Show. Hierin traden ze op als twee loodgieters. Door dit optreden waren ze in één klap landelijk bekend. Na hun optreden bleven de Mounties regelmatig terugkeren met komische acts in de Rudi Carrell Show. In 1965 bood Rudi Carrell Bambergen aan om net als hij in Duitsland te komen werken, maar dan zonder Plevier. Bambergen had daarvoor in vier Duitse televisieshows een succesvol optreden gegeven. Omdat naast hun optredens ook een hechte vriendschap was ontstaan tussen Bambergen en Plevier, ging hij niet op het aanbod van Carrell in. In 1965 zouden de Mounties een eigen televisieshow bij de VARA krijgen, maar op 5 oktober kreeg Plevier tijdens een camerarepetitie een hartaanval. Hij was op dat moment in de rol van inbreker aan het ontsnappen via een luchtballon, maar viel door de hartaanval naar beneden en overleed ter plekke. Een maand na Pleviers dood scoorde het duo nog een klein top 40-hitje met Wie is wie, groot schandaal in onze familie dat kort voor de dood van Plevier was opgenomen. Het nummer was een Nederlandstalige versie van Shawn Elliotts Shame and scandal in the family, dat dat jaar een grote hit was. Het was begin 1966 en wederom stond Bambergen alleen als Mountie. De succesjaren: 1966-1989In 1966 vond Bambergen een nieuwe partner in René van Vooren, de zoon van René Sleeswijk. Van Vooren had Plevier al eens vervangen toen Plevier ziek was. Hoewel Bambergen nooit zo'n goede vriendschap opbouwde met Van Vooren als met Plevier, werd het nieuwe duo zeer succesvol. In 1967 maakten de Mounties voor de AVRO de komische televisieserie De man zonder hoofd: een van oorsprong Britse serie die door Van Vooren vertaald werd. Een jaar later maakten ze De Mounties show, een televisieprogramma met sketches en liedjes dat de AVRO tot 1974 zou blijven uitzenden. In diezelfde tijd begonnen ze ook met een succesvolle revue. In 1976 werd De Mounties show overgenomen door de TROS, die het programma tot midden jaren tachtig bleef uitzenden. Een vaste gast in de Mounties Show was Joke Bruijs. In 1984 begonnen de Mounties met een reeks blijspelen, die ook op televisie werden uitgezonden. In deze komische toneelstukken waren ook vaak rollen weggelegd voor Rudi Falkenhagen, Jaap Stobbe, Joop Doderer, Willem Sibbelee, Brûni Heinke en Monique Smal. René van Vooren zorgde meestal voor de Nederlandse vertalingen van deze van oorsprong Engelse of Franse toneelstukken. De bekendste kluchten van De Mounties zijn Drie in de pan, Lief zijn voor elkaar, Er is er één jarig en Privé voor twee. De eindjaren: 1990-1998Vanaf de jaren negentig werkte Piet Bambergen voornamelijk zonder René Van Vooren. Zo speelde Van Vooren niet mee in de klucht Pappie, hier ben ik, waarin Bambergen een hoofdrol speelde. Verder speelde hij in 1992 een hoofdrol in de comedyserie Tax free en vertolkte hij in 1994 de rol van Doolittle in My Fair Lady. Een paar maanden na de première werd hij echter getroffen door een hersenbloeding en later een maagbloeding. Op 15 juni 1996 overleed hij op 65-jarige leeftijd aan een hartaanval, tijdens een vakantie op Kreta bij zijn dochter Tanya. Dit betekende het definitieve einde van De Mounties. René van Vooren werkte na die tijd bij Joop van den Ende. Hij overleed op 19 november 1998 in Blaricum aan de gevolgen van kanker. Bezetting
Samenstelling
Discografie
Hitparade
Trivia
Bronnen, noten en/of referenties
|