David van Wales
David van Wales (Welsh: Dewi Mynyw; ca. 520 – ca. 589),[a] ook bekend als Sint-David (Dewi Sant) en diverse anderen namen,[7][6] was een prelaat die in 1120 werd heiligverklaard door Paus Calixtus II.[b] Hij zou een bisschop in Menevia (Mynyw) zijn geweest,[7][8] en is de beschermheilige van Wales.[4][11] Over hem is bijzonder weinig bekend.[6][7] Er is nagenoeg geen betrouwbare informatie.[8][12] In de 11e eeuw schreef Rhygyfarch een biografie over hem, maar ook het waarheidsgehalte daarvan is twijfelachtig.[13] Levensbeschrijvingen, ook de hagiografie in dit artikel, zetten derhalve uiteen wat volgens traditie, geloof, en legenden over David wordt verhaald.[6] Dergelijke verhalen zijn geweven met fictieve elementen.[13] HagiografieDavid werd geboren nabij de stad die nu St Davids heet, dertig jaar nadat een engel zijn komst had voorspeld.[13] Hij was vrucht van een verkrachting.[7] Zijn moeder, Sint-Non, de dochter van de heerser van het Welsh koninkrijk Dyfed,[4] was overweldigd door een Welsh leider van adellijke afkomst. Mogelijk door Sant of Sandde, een prins van het Welsh koninkrijk Ceredigion.[13][11] Zijn moeder beviel op een kliftop, midden in een storm.[13] Ze greep daarbij een steen, waarin haar handafdruk bewaard bleef.[6] Kort daarop spleet de steen door bliksem in tweeën.[13] Zijn geboorte werd aangekondigd door tovenaar Merlijn en door bisschop Patricius.[11] Als kind werd hij onderricht door een duif.[6] Vervolgens werd hij onder toezicht van Paulinus van Wales opgeleid in een klooster.[10] Kort na het bereiken van zijn volwassenheid werd hij priester.[10] Toen Paulinus blind werd, werd hij door David genezen, iets wat David later ook zou doen bij koning Peibio van Wales.[6] Daarop besloot Paulinus om David op pad te sturen, om als missionaris heidenen te bekeren.[10] Mogelijk was een andere aanleiding van zijn reizen de uitbraak van pest in het zuidwesten van Wales.[7] David was ongewoon lang voor zijn tijd, en een krachtig en overtuigend spreker.[7][11] Hij was tevens een groot prediker.[4] Als missionaris verrichte hij meerdere wonderen en werd hij meermaals uitgeroepen tot aartsbisschop.[6] Hij richtte vele kloosters op tijdens zijn reizen.[10][7][4] David keerde rond 550 terug om in Menevia zijn abdij te stichten en te leiden.[7] Als abt stond hij bekend om extreem ascese.[3][9] Zo was hij een vegetariër die alleen brood, kruiden en groenten at.[4] Hij dronk enkel water, geen wijn of bier, en kreeg als bijnaam de Waterdrinker (Ddyfrwr).[1][9] Zijn monniken dronken naast water ook melk.[10] Hij wordt ook in verband gebracht met de groente prei, die een hoofdbestanddeel van zijn voedsel vormde.[3] Hij adviseerde soldaten om prei, een van de nationale symbolen van Wales, op hun helm of harnas te dragen, om zich te onderscheiden van andere soldaten.[14][7] Hij en zijn monniken werkten in stilte en bewerkten grond zonder hulp van dieren.[12] David werd oud, misschien ouder dan 100 jaar.[2][10] Hij stierf op de eerste dag van maart, circa 589. De naar hem vernoemde kathedraal van St Davids zou tevens zijn rustplaats zijn.[6][4] Gedurende de middeleeuwen werd zijn graf een populair bedevaartsoord.[10] In die tijd geloofde men dat hij een neef was van koning Arthur.[2] Twee bedevaarten naar St David zouden gelijk staan aan één bedevaart naar Vaticaanstad.[10] Paus Calixtus II stelde dat pelgrims na minimaal twee bezoeken aan zijn graf evenveel aflaten verdienden.[8] Verschillende Engelse koningen bezochten zijn graf, waaronder Willem I en Hendrik II.[6] 'Doe de kleine dingen', zijn laatste woorden aan zijn volgelingen, werd een motto van de cultuur van Wales.[7][8] Alleen al in Zuid-Wales werden in de tijd voor de Reformatie meer dan vijftig kerken aan hem gewijd.[12] Sint-DavidsdagIn Wales wordt jaarlijks op 1 maart Sint-Davidsdag (Dydd Gŵyl Dewi) gevierd.[11] Het is een nationale feestdag ter ere van David, die op de eerste van maart overleed.[15] De dag wordt gevierd sinds de 12e eeuw.[2] In de 18e eeuw werd het een nationale feestdag.[15] Er worden die dag traditionele folkliedjes gezongen, wordt thee gedronken, en bara brith en Welsh cake gegeten.[2] Het is ook traditie om prei op de kleding te dragen; om praktische redenen ook wel vervangen door een narcis, die dat seizoen bloeit.[7] Scholen houden eisteddfod, waarbij naast zingen ook wordt gedanst en gereciteerd, veelal in traditioneel kostuum.[15] Sint-DavidsvlagDe Sint-Davidsvlag (Baner Dewi Sant) vertegenwoordigt David. De vlag is een gouden kruis op een zwarte achtergrond.[16] Er waren eerdere varianten, waaronder een zwart kruis met gegraveerde randen op een gouden achtergrond.[16] ReferentiesNotenBronnen
|