In 1980 ging Cor Vriend al vroeg in het jaar op jacht naar de limiet (2:14) voor deelname aan de Olympische Spelen van Moskou. In februari, tijdens de marathon van Apeldoorn, zou een eerste poging worden gedaan. Roelof Veld en Gerard Nijboer, de twee andere kandidaten voor deelname in Moskou, ontbraken echter, waardoor Vriend bij gebrek aan tegenstand won in 2:18.42. "Erg jammer, want het stimuleert toch altijd, wanneer je een ploeggenoot voor je hebt zitten. Je kunt elkaar ook helpen, wanneer je even moeilijk zit. Jammer van alle plannen, die er gemaakt zijn".[1] Een tweede poging, een maand later, had meer succes, ook al ontbraken Veld en Nijboer opnieuw. Maar het internationale veld op de marathon in Essonne was op 16 maart 1980 zo sterk, dat Cor Vriend zich daaraan uitstekend kon optrekken. In de nieuwe Nederlandse recordtijd van 2:13.20 werd de Brabander derde en kwalificeerde hij zich voor Moskou. Deze prestatie kwam voor Cor Vriend prachtig op tijd. Hij had namelijk besloten om nog één seizoen doelbewust zijn maatschappelijke positie als leraarpedagogiek naar de achtergrond te schuiven. Steun van de NSF en echtgenote Nellie, die via een volledige baan het huishouden financieel draaiende hield, stelden de Eindhovenaar in staat de studie en topsportbeoefening te combineren. Dit alles om hem de gelegenheid te geven door te dringen tot het gezelschap van toplopers, dat in Moskou de medailles zou gaan verdelen."[1] Tijdens de olympische marathon in Moskou kreeg Vriend, die aanvankelijk goed in de voorste gelederen meedraaide, gaandeweg echter last van zijn zij, waardoor hij ten slotte als 41e in 2:26.41 finishte. De teleurstelling hierover werd voor Nederland tenietgedaan door Gerard Nijboer, die in deze wedstrijd de Nederlandse eer verdedigde en een zilveren medaille veroverde.
Vriend liep vijf tot zes marathons per jaar. "Dat was een hele bewuste keuze van mezelf. Ik ben niet de persoon om een jaar lang naar een marathon toe te werken. Ik had blijkbaar meerdere malen per jaar die drang tot het lopen van een marathon nodig. En ik bleef er plezier in houden, bleef ook heel, heb weinig blessures gehad. Ik kon geen plezier vinden in het meedoen aan Olympische Spelen en wereldkampioenschappen met de kans dat een klein dingetje zo'n heel evenement zou kunnen verknallen. Ik kon het niet opbrengen me daar een jaar of zo op voor te bereiden."[2]