Chronische trombo-embolische pulmonale hypertensieChronische trombo-embolische pulmonale hypertensie[1] (CTEPH[1]) is een zeldzame aandoening van de bloedvaten in de longen, gekenmerkt door pulmonale hypertensie (verhoogde bloeddruk in de longen) veroorzaakt door longembolieën. OntstaanBij een longembolie raakt de doorbloeding van een deel van de longen verstoord, doordat een stolsel vastloopt in de bloedvaten. Vaak komen dergelijke stolsels vanuit de diepe aderen van de benen (diepveneuze trombose). Een losgeraakt stolsel loopt vaak vast in het vaatbed van de longen. Meestal zal het stolsel in enkele weken opgeruimd worden. Bij een klein deel van de patiënten ontstaat echter een blijvende vernauwing van het vaatbed in de longen. Als na zes weken de bloeddruk in de longslagader nog verhoogd is (> 25 mmHg) spreken we van chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie. Naar schatting treedt dit bij zo'n 3% van de mensen met een longembolie op[2]. Toch heeft niet iedereen met CTEPH een duidelijk herkenbare episode van longembolie doorgemaakt. DiagnoseOm de bloeddruk in de longslagader (arteria pulmonaria) precies te meten moet een katheterisatie worden verricht. Met echocardiografie kan een redelijk betrouwbare schatting van de drukken verkregen worden. BehandelingCTEPH is op twee manieren te behandelen, chirurgisch of medicamenteus.
Externe linksBronnen, noten en/of referenties
|