Chrodegang

Chrodegang, Glas-in-lood in de Sainte Glossinde-kapel in Metz.

Chrodegang van Metz (712 - Gorze, 6 maart 766), was een, later heilig verklaarde, Frankische bisschop en kloosterstichter. Hij is ook bekend onder de namen Chrodegand, Godegrand, Gundigran, Ratgang, Rodigang en Sirigang. Zijn feestdag in de Katholieke en Lutherse Kerk is 6 maart.

Levensloop

Hervormingen van het religieuze leven

Chrodegang doet verschillende voorstellen om het kerkelijk leven te verbeteren.

Een collegiale kerk heeft voortaan een kapittel van 12 seculiere kanunniken. Dat wil zeggen dat iemand kanunnik kan worden zonder zich tot priester, diaken of subdiaken te laten wijden. Hij kan ook te allen tijde van deze waardigheid weer afstand doen. Aan het hoofd van een kapittel staat een proost. Het kapittel staat in voor de bediening van de sacramenten, het opdragen van het Heilige Officie en de prediking. De kanunniken worden betaald door het derde deel van de tienden die aan de gelovigen worden opgelegd.

Deze regel van Chrodegang werd 4 eeuwen later in de 12e eeuw door Rome afgeschaft (Zie Norbertus).

Hervorming van de liturgische zang

In 754 draagt Pepijn de Korte Chrodegang op om de liturgie en de begeleidende zang te hervormen. Het resultaat is een versmelting van Frankische gebruiken met Romeinse tradities. Dat is zowel het geval voor de liturgie als voor de zang.

De zang die zo ontstond werd genoemd chant messin (messin wil zeggen van Metz). Een eeuw later zal men deze zangstijl "gregoriaans" gaan noemen. Van de 8e tot de 12e eeuw groeit Metz uit tot een van de belangrijkste muzikale scholen van Europa, samen met Sankt Gallen (Zwitserland), Reims en Chartres (Frankrijk).

Literatuur en bronnen

  • S. Chrodegangi Metensis episcopi regula canonicorum, Wilhelm Schmitz (ed.) (Hannover 1889).
  • The Chrodegang rules : The rules for the common life of the secular clergy from the eighth and ninth centuries, Jerome Bertram (ed.) (Aldershot 2005).
  • Martin Allen Claussen, The reform of the Frankish Church. Chrodegang of Metz and the Regula canonicorum in the eight century (Cambridge, etc., 2004). [1]