Capesterre-Belle-Eau
Capesterre-Belle-Eau is een gemeente in het Franse overzeese departement Guadeloupe op het eiland Basse-Terre, en telde 17.741 inwoners (2019).[3] De oppervlakte bedraagt 103 km². Het bevindt zich ongeveer 18 km ten noordoosten van de hoofdstad Basse-Terre.[4] GeschiedenisIn 1644 werd Capesterre gekoloniseerd door Charles Houël, en er werden suikerrietplantages aangelegd. Na de afschaffing van de slavernij in 1848 werden contractarbeiders uit India naar het eiland gehaald. In 1974 werd de naam gewijzigd in Capesterre-Belle-Eau ter onderscheid van Capesterre-de-Marie-Galante.[5] In 1976 werd een deel van het eiland Basse-Terre geëvacueerd omdat La Grande Soufrière zou uitbarsten. De vulkaan was actief tot 1 maart 1977.[2] Sinds 1989 is een groot deel van de gemeente onderdeel van het Nationaal Park Guadeloupe.[6] PlaatsenBananier, Bélair, Cacador, Cacoville, Cambrefort, Cantamerle, Carangaise, Christophe, La Digue, Fonds-Cacao, Grande-Chasse, L'Habituée, Îlet-Pérou, Mon Repos, Moravie, Moulin-à-l'Eau, Neuf-Château, La Plaine, Routhiers, Saint-Sauveur, Sainte-Marie, Source-Pérou Bezienswaardigheden
Chutes du CarbetChutes du Carbet zijn drie watervallen in de Grand-Carbetrivier. De rivier begint op de oostelijke flank van La Grande Soufrière en mondt 11 kilometer verderop uit in de Atlantische Oceaan. De rivier is vernoemd naar de carbets (schuilhutten) van de inheemse bevolking die zich aan de rivier bevonden. Er zijn drie grote watervallen in de rivier die via een wandelpad te bezichtigen zijn. De eerste waterval is de hoogste met een hoogte van 115 meter. De tweede waterval is het eenvoudigst te bereiken en heeft een hoogte van 110 meter. De derde waterval is maar 20 meter hoog, maar indrukwekkend vanwege het watervolume. In 2008 was er een aardverschuiving en sindsdien is de laatste waterval maar beperkt toegankelijk.[7][8] Galerij
Zie de categorie Capesterre-Belle-Eau van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Bronnen, noten en/of referenties
|