Hij werd priester gewijd in 1879 en in 1885 werd hij aangesteld als pastoor in het dorp Rennes-le-Château. In 1909 werd hij door de bisschop overgeplaatst naar een ander dorp. Hij weigerde dit en nam ontslag. Vanaf dat moment in 1909 tot aan zijn dood, in 1917, werkte hij als 'vrije priester' (een priester zonder parochie) in Rennes-le-Château. Op zijn grafschrift stond dat hij een "Priester van Rennes-le-Château 1885-1917" was. Vanaf 1909 hield hij missen aan een altaar vanuit zijn huis "Villa Bethanie".