De Borneogibbon of Müllers gibbon (Hylobates muelleri) is één soort uit de familie gibbons (Hylobatidae) en komt voor in de regenwouden van Borneo, zowel het Indonesisch deel Kalimantan als het Maleisische deel (Sarawak en Sahah) en in Brunei. Hylobates abbotti en Hylobates funereus werden voorheen als ondersoorten van deze soort gerekend.
Beschrijving
De Borneogibbon is endemisch op het eiland Borneo. Het is -net als andere gibbonsoorten- een tenger gebouwd dier, met lange armen en zonder staart. Hoofd en lichaam zijn 420–470 mm lang; de achterpoten zijn 128–150 mm lang; ze zijn gemiddeld 5,0-6,4 kg zwaar. In tegenstelling tot de andere gibbonsoorten is de kleur van de pels bij mannetjes en vrouwtjes niet verschillend. De dieren zijn grijs of bruin met een licht gekleurde krans van beharing rond de ogen, neus en mond. De vacht boven op de kop is meestal zeer donker gekleurd.
Leefgebied
Borneogibbons komen voor in het tropisch regenbos onder de 1500 m tot 1700 m (in Sabah) boven de zeespiegel. Borneogibbons eten vooral fruit, bij voorkeur met een hoog suikergehalte, maar ook jonge bladeren en insecten.
De Borneogibbon is als soort bedreigd. De belangrijkste bedreigingen vormen jacht op het dier voor de illegale handel in huisdieren, de omzetting van regenbos in landbouwgebied (oliepalmplantages) en de houtkap.[1]