Bombardementen op Amsterdam-Noord
De geallieerde bombardementen op Amsterdam-Noord vonden plaats in juli 1943 gedurende de Tweede Wereldoorlog. De drie aanvallen waren gericht op de vliegtuigfabrieken van Fokker te Amsterdam, die waren ingeschakeld bij de Duitse oorlogsindustrie, en kostten in totaal meer dan 200 mensen het leven.[1][2][3] Het betrof het zwaarste bombardement in Amsterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog. TijdsverloopDriemaal in korte tijd was de Fokkerfabriek op de Papaverweg 31-33[4][5] in Amsterdam-Noord doelwit van geallieerde aanvallen:
GevolgenDe aanval van 17 juli 1943 is het zwaarste bombardement dat de stad Amsterdam in de Tweede Wereldoorlog te verduren kreeg en de totale ravage was enorm. Op de Fokkerfabriek waren kleine huizenblokken gebouwd, waardoor het doelwit was gecamoufleerd.[3] Hierdoor leek de fabriek op een woonwijk, wat kon hebben bijgedragen bij het missen van de fabriek. Deze eerste geallieerde poging de Fokkerfabriek te vernietigen miste het doel goeddeels, de bommen kwamen vooral terecht op woonwijken, een klooster (Sint-Rosaklooster), kerken (Sint-Ritakerk[2] en Gereformeerde Maranathakerk), en een meubel- en teerfabriek. Ook de St. Stephanuskerk aan de Kamperfoelieweg werd getroffen. Er werden 106 huizen vernietigd, 206 huizen zwaar beschadigd en 676 huizen liepen glas- en dakschade op. De ruim 200 doden waren vooral burgerslachtoffers. Omdat het een geallieerde aanval betrof is deze gebeurtenis altijd een gevoelig onderwerp geweest.[2] Anne Frank schreef over de aanval in haar dagboek op 19 juli 1943:[3]
De volgende twee aanvallen kostten nog circa 20 burgers in Noord het leven en de uiteindelijke ravage van de drie aanvallen was enorm. Fokker kon de rest van de oorlog het vroegere productiepeil niet meer bereiken.[6][5] HerdenkingJaarlijks vindt op 17 juli een herdenking plaats op De Nieuwe Noorder. In 2003 is daar in opdracht van de stadsdeelraad een eenvoudig herinneringsmonument geplaatst. Het monument is geadopteerd door VO-school de Bredero Mavo. Jaarlijks krijgen de leerlingen les over de gebeurtenissen en leggen zij bloemen bij het monument.[7] Zie ookExterne links
Bronnen, noten en/of referenties
|