BloedkweekEen bloedkweek (hemocultuur) is een microbiologische kweek van bloed. Het wordt in de medische microbiologie gebruikt om micro-organismen aan te tonen die zich via de bloedbaan verspreiden, om zo de diagnose van een mogelijke bacteriëmie, of van een sepsis ('bloedvergiftiging') te kunnen stellen. MethodeOngeveer 30 milliliter bloed wordt afgenomen met een naald via venapunctie in een ader, meestal in de holte van de elleboog. Het afgenomen bloed wordt in twee bloedkweekflesjes gebracht, een voor aerobe en een voor anaerobe incubatie, om zowel de groei van aerobe als anaerobe micro-organismen aan te kunnen tonen. Gewoonlijk worden twee keer twee flesjes (twee sets) afgenomen, waarbij twee keer wordt gepuncteerd met een tussenpoos van enige minuten of meer. In de bloedkweekflesjes bevinden zich bouillon met, daarin tevens opgelost, stoffen die afweerstoffen uit het bloed onwerkzaam maken, om zo de bacteriegroei te begunstigen. Het is zaak dat er geen bacteriën van de huid van de patiënt of de behandelaar terechtkomen in het flesje. Daartoe wordt op de huid van de patiënt, en op de dop van het flesje, alcohol of een ander desinfectiemiddel aangebracht. Eventueel worden steriele handschoenen gebruikt bij de bloedafname. De flesjes worden in een bloedkweekapparaat gebracht, waar ze bij 37 graden worden geïncubeerd en gezwenkt. Op de bodem van het flesje bevindt zich een indicator. Wanneer het aantal bacteriën in de flesjes groeit, door celdeling, wordt er vanuit hun stofwisseling - celademhaling voor aerobe, anaerobe dissimilatie voor anaerobe bacteriesoorten - CO2 gevormd, waardoor de indicator van kleur verandert. Een detector in het apparaat belicht de bodem van ieder flesje. Als de indicator van kleur is veranderd binnen een zekere tijd, geeft het apparaat een signaal af. De analist kan vervolgens een monster nemen en het gramgekleurde preparaat hiervan onder de microscoop beoordelen, waarbij de bacteriesoort kan worden geïdentificeerd. Het monster wordt ook afgeënt en verder gekweekt op voedingsbodems. ToepassingBloedkweken worden afgenomen als vermoed wordt dat koorts wordt veroorzaakt door een bloedbaaninfectie. Pas na het afnemen van het bloed worden antibiotica toegediend, in afwachting van het resultaat van de bloedkweek en andere kweken. Als antibiotica al werden toegediend is afnemen van bloedkweken nog zinvol, omdat in het kweekflesje behalve voedingsstoffen (bouillon) soms ook antibioticum-absorberende korrels zijn opgenomen. Bovendien wordt het antibioticum in de bouillon verdund. De bloedkweek is belangrijk voor het vaststellen van sepsis ('bloedvergiftiging') en essentieel voor de diagnose van infectieuze endocarditis. Soms is het noodzakelijk herhaaldelijk bloedkweken af te nemen, om de bacteriën die in wisselende mate loslaten van de geïnfecteerde hartklep aan te kunnen tonen. GeschiedenisBloedkweken werd voor het eerst uitgevoerd in het begin van de 20e eeuw. Bij de componist Gustav Mahler werd infectieuze endocarditis vastgesteld in februari 1911 kort voordat hij overleed; antibiotische behandeling was toen nog niet mogelijk. Mahler overleed op 18 mei 1911 aan de gevolgen van deze ziekte[1]. Bronnen, noten en/of referenties
|