Bladel (plaats)
Bladel (ⓘ) (Brabants: Blaal) is de hoofdplaats [2] van de gelijknamige gemeente Bladel, in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. De plaats is gelegen in de regio Kempen en maakt onderdeel uit van de streek Acht Zaligheden.[3] GeschiedenisNaamDe naam Bladel is onder meer terug te vinden als Bladele, Pladella en Bladella, maar sinds 1280 is de schrijfwijze: Bladel. De uitgang -el komt van lo of lauha wat bos(je) betekent. De betekenis van het voorvoegsel Blad- is onbekend, maar het zou betrekking kunnen hebben op een eigennaam. Het voorvoegsel " Blad " zou ook afgeleid kunnen zijn van bladra wat zwelling, verhoging van een plek betekent. De naam Pladella voor een villa in de 2e helft van de 13e eeuw zou ook naar een woning op een verhoging in het landschap kunnen verwijzen. GrondbezittersHet oudste gegeven van Bladel is een akte uit 922 waarin Karel de Eenvoudige, een Frankische vorst, in een kasteel "Pladella Villa", graaf Dirk I "Holland ende die Kerck t' Egmonde" ten geschenke gaf. Men zou daarom kunnen zeggen dat in Bladel de wieg van het Graafschap Holland heeft gestaan. Aangenomen wordt dat met Pladella Villa een groot huis in het huidige dorp Bladel bedoeld is. Het bestaan van dit huis is echter nimmer aangetoond. August Snieders heeft in een roman het bewuste huis in Netersel gesitueerd. In de vroege middeleeuwen verwierf de Priorij van Postel een groot aantal bezittingen in de buurt van Bladel, waaronder het landgoed Ten Vorsel in 1173 en de Molen van Wolfswinkel in 1219. Ook bezat de Priorij zeven pachthoeven in Bladel. OntginningIn de beginjaren van de twintigste eeuw werd een gebied rondom Bladel tot aan de Belgische grens aangewezen als landbouw-ontwikkelings-gebied. Met name grote gezinnen uit de Gelderse Achterhoek werden in de gelegenheid gesteld om in dit gebied heidevelden te ontginnen tot landbouwgebied. Grond werd tegen gesubsidieerde prijzen aangeboden. Grootgrondbezitters hadden hier verschillende boerderijen te koop staan die ook voor de kopers door het rijk werden gesubsidieerd. Met name in de twintiger jaren zijn veel grote gezinnen hiernaartoe getrokken. De benaming Gelderse Hoef zegt genoeg over de herkomst van deze genestelde boeren. De toen al bestaande Boerderij "Gelderse Hoeve" werd gekocht door de familie Duis. Zij kwamen met 12 kinderen naar dit gebied in 1927. De oudste zoon (25 jaar) was al voor deze officiële verhuisdatum bezig met ontginnen en de grond geschikt te maken voor 10 hectare graanteelt die in 1928 al kon worden geoogst. Hij had al een Fordson tractor, een maaicombine en een dorskast aangeschaft. Een foto uit 1928 laat zien dat ook de buurtbewoners werden ingeschakeld om deze klus te klaren. Buurtschappen
EconomieNaast Eindhoven en Valkenswaard is ook Bladel een sigarenplaats bij uitstek. Er zijn 63 sigarenproducenten bekend die ooit in Bladel actief zijn geweest. In 1854 begon de fabriek van Platteel Jan Teunis, die tot 1878 heeft bestaan. Vanaf 1867 was Scheepene Sigarenfabriek Gebrs. v.d. Pas & Zn te Bladel gevestigd, omstreeks 1880 gevolgd door J. Schaap en J. van Schaick. Het einde van de 19e eeuw bracht nog meer sigarennijverheid naar Bladel en ook in de eerste decennia van de 20e eeuw kwamen en gingen er vele sigarenfabrieken en -fabriekjes. Grote merken waren Derk de Vries, Duc George, waarvan de hoofdvestiging zich te Zeelst bevond, Excelsior, een nevenvestiging van Agio, een nevenvestiging van het Eindhovense bedrijf Lurmans & Cie., en nog velen meer. Na de Tweede Wereldoorlog was het gedaan met de Bladelse sigarenindustrie. Met name de aanleg in 1897 van de tramlijn Eindhoven-Reusel bevorderde de komst van fabrieken. In 1916 werd de Coöperatieve Stoomzuivelfabriek Sint-Isidorus opgericht. Het gebouw in eclectische historiserende bouwstijl is tegenwoordig fraai gerestaureerd, maar er is een bouwmarktketen in gevestigd waardoor het geheel enigszins ontsierd wordt door nogal uitbundige reclame. In 1959 werd Bladel aangewezen als ontwikkelingskern en kon daardoor financiële faciliteiten bieden aan nieuwe bedrijven. Ten zuidwesten van het dorp ligt tegenwoordig een groot bedrijventerrein waarop tal van ondernemingen zich gevestigd hebben. Hierbij valt vooral het grote aantal bedrijven in de metaalsector op. Enkele bijzondere bedrijven zijn:
BezienswaardighedenHet min of meer verstedelijkte dorp Bladel bezit weinig oude gebouwen. Er zijn twee belangrijke kernen. Dit zijn de Markt en de omgeving van de katholieke Sint-Petrus' Bandenkerk, met het Klooster en de Jongensschool. Deze kernen zijn door een lange winkelstraat, de Sniederslaan, met elkaar verbonden. Iedere zomer, einde juli, vindt in Bladel het Totaalfestival plaats, met muziek, theater, kinderanimatie en kunstprojecten allerhande. MarktAan de Markt bevindt zich het Gemeentehuis, een modern gebouw. In 2010 en 2018 zijn de markt en de aangrenzende horecapanden vernieuwd. Hierdoor is het aanzicht van de markt aanzienlijk verbeterd. De renovatie van de markt is, samen met de herinrichting van de Sniederslaan en een nieuwe bestemming voor de Posthof, onderdeel van een meerjarenplan om het Bladelse centrum te vernieuwen.
Omgeving kerkDe omgeving van de parochiekerk heeft een aantal gebouwen die herinneren aan het rijke roomse verleden van Bladel. Dit zijn:
Overig
MonumentenNatuur en landschapHoewel Bladel in een drukke, verstedelijkte oost-westas is opgenomen, zijn er zowel ten noorden als ten zuiden van deze plaats landelijke gebieden. Ten westen stroomt de Raamloop, een zijrivier van de Reusel en ten oosten van Bladel stroomt de Groote Beerze. In het noorden ligt een door ruilverkaveling tamelijk grootschalig geworden landbouwgebied. In het zuiden zijn uitgestrekte naaldbossen te vinden, voor een deel behorend tot Boswachterij De Kempen en aansluitend bij soortgelijke bossen in Hapert en Reusel. Bladel grenst nu aan België, al was dit niet altijd zo. Door een uitruil in 1843 werd ten zuiden van de gemeente Bladel een smalle strook bos door België toegekend aan de Nederlandse gemeente Bergeijk. Later werd dit de 'pechstrook' genoemd, want toen de Europese Gemeenschap veel subsidiegelden verschafte aan grensgemeenten, liep Bladel deze mis. Inmiddels behoort de strook weer aan Bladel. Tot de natuurgebieden ten zuiden van Bladel behoren de Kroonvense Heide en het landgoed Ten Vorsel. Bijnaam inwoners BladelDe Blaalse Wendbuil (windbuil), afgekort Blaalse Wend, is een locofaulistische term die in de Kempen bruikbaar is om de inwoners van Bladel aan te duiden. De bijnaam wordt gebruikt om aan te geven dat Bladelnaren overdreven trots zijn op alles van hun eigen dorp, zich grootser en belangrijker voordoen dan ze eigenlijk zijn en zouden ze niet bereid zijn om te groeten naar mensen op straat. Dit werd niet alleen gekenmerkt door hun gedrag, maar ook door het uiterlijk voorkomen. Zo ging het vaak gepaard met het nette pak, de hoed en wandelstok in de hand en de regenjas die ze vaak bij hadden, maar nooit droegen. In enkele gevallen werd ook een paraplu of lorgnetje aan de attributen toegevoegd. Niet alleen in Bladel zelf, waar ze de bijnaam inmiddels met een korreltje zout nemen, maar ook in de rest van de Kempen en in het bijzonder bij aangrenzende dorpen als: Casteren, Hapert, Hulsel, Netersel en Reusel wordt de spotnaam gedurende de 21e eeuw nog veelvuldig op ludieke wijze gebruikt. Ook het spreekwoord Alles went, behalve Blaalse wend, is nog altijd met enkele regelmaat te horen. Hoogstwaarschijnlijk is de spotnaam afkomstig uit Reusel, terwijl in Hapert dit symbolische stereotype met al zijn tegengestelde kenmerken regelmatig vergeleken wordt met de Haopertse Gaoper (gaper). Geboren in Bladel
Trivia
Nabijgelegen kernen
Externe linksBronnen, noten en/of referenties
Zie de categorie Bladel van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|