Bläck Fööss
Bläck Fööss is een bekende Keulse muziekband die in het plaatselijke dialect Kölsch vooral carnavalsmuziek maakt, maar daarnaast ook actief is in de muziekgenres schlagers en popmuziek. De naam betekent op blote voeten in het Kölsch. De groep is opgericht in 1970 en heeft veel betekend voor het promoten van het Kölsch. Ook in het aangrenzende Nederlands Limburg is de groep populair en een graag geziene gast op muziekfestivals. Bandleden
GeschiedenisVoor 1970 speelden de leden van de Bläck Fööss in diverse Keulse beatbands. Bands vooraf aan de Bläck Fööss waren Singing End, Stowaways en The Beat Stones. Tommy Engel speelde bij The Luckies en de Black Birds, daarna als drummer bij de Tony Hendrik Five, voordat hij naar de Stowaways verkaste. Deze bands traden op in het voorprogramma van beroemde beatbands, zoals The Beat Stones in november 1966 bij The Who en The Lords. The Beat Stones stelden hun eerste single What? Am I in love? voor in het voorprogramma van het Beach Boysconcert in mei 1967 in de Kölner Sporthalle. In september 1968 traden de Stowaways (met Hartmut Priess, Peter Schütten en Ernst Erry Stoklasa) op bij een beatfeastival in de Sartoryzalen en wonnen de eerste prijs. Op carnavalsballen speelden deze bands hits van The Beatles, The Kinks en The Hollies, niettemin was er ook vraag naar carnavalsliederen. Derhalve besloot men om ook in het Keuls dialect te zingen. Graham Bonney, die met de band in de studio werkte, stelde voor om een Keuls lied op te nemen. Echter de band wilde hun goede naam als beatband niet op het spel zetten en bedachten de naam Bläck Fööss als pseudoniem. Het Keulse label Electrola publiceerde in oktober 1970 hun eerste single Rievkooche-Walzer/Selverhuhzick. Omdat van de plaat slechts 2000 exemplaren waren verkocht, produceerde Electrola voorlopig geen verdere platen meer met de band. Het in september 1971 opgenomen nummer Drink doch eine met in de Keulse Cornetstudio's, werd geproduceerd door Heinz Gietz en vervolgens door de platenmaatschappij afgewezen, omdat deze de voorkeur gaven aan Engelse teksten. Gietz, die Electrola in 1966 had verlaten en zijn eigen platenlabel Cornet Records had opgericht, had een bedrijfscontract met BASF en publiceerde in 1972 het nummer, dat direct een publiekelijk succes werd. Cornet Records produceerde twee lp's met de Bläck Fööss: Op bläcke Fööss noh Kölle (1974) en Lück wie ich und du (1975). Het succes van de band in de zalen en bij de regionale platenverkoop moedigde Electrola in 1976 aan om de band een nieuw contract aan te bieden. Spoedig was de band bij carnavalszittingen en -ballen zeer gevraagd, alleen de conservatieve carnavalsgezelschappen waren aanvankelijk geïrriteerd door het uiterlijk van de band: langharig, in jeans en blootsvoets (dat later werd afgeschaft wegens het gevaar voor verwondingen door glasscherven), verschenen de Bläck Fööss met gitaren en draagbare versterkers op de traditionele carnavalsevenementen. Het repertoireVanaf de jaren 70 ontwikkelden de Bläck Fööss zich tot muzikale superstars van het Keulse carnaval, dankzij vindingrijke en geestige nummers met simpele melodieën. Ze werden met meer dan 100 nummers de hoofdgebruikers van de liedjes van de componist Hans Knipp. In 1970 ontstond er voor de eerste keer contact met Knipp, toen de groep nog onbekend was. Zijn eerste compositie voor de groep, Mir drinken us einer Fläsch, werd de A-kant van hun in 1971 verschenen tweede single. Knipp zorgde met Mer losse d'r Dom en Kölle (1973) voor een van de vaste liederen van het Keulse carnaval. Oorspronkelijk als kritiek op de saneringspolitiek van de stad Keulen bedoeld, wordt het nummer vaak als hommage aan de Dom van Keulen gezien. In Lange Samstag en d'r City (1977) zingt de groep over een koopzaterdag met kleinkinderen. Bij zijn nummers voor de Bläck Fööss sloot hij zich bij de artistieke verscheidenheid van deze band aan met Buuredanz, Ming eetste Fründin, Mer bruche keiner en Unsere Stammbaum. In de Duitse hitparade scoorden ze voor de eerste keer met Katrin (januari 1985, 25e plaats), met daaropvolgend Frankreich, Frankreich (juli 1985, 9e plaats), dat hun tot dusver grootste hitparadesucces werd met 190.000 verkochte geluidsdragers. Vijf van hun lp's konden zich plaatsen in de Duitse Toptien. De band had een ver boven de carnavalsliedjes verheven, stilistisch veelzijdig repertoire, een mengeling uit schlager, popmuziek, blues, rock, rock n roll, disco, funk en reggae. Bovendien zijn op de oudere platen ook enkele standaarddansen aanwezig, zoals bijvoorbeeld samba (Wenn de Sonn schön schingk, 1974), tango (Damenwahl em Stammlokal, 1976) en chachacha (Kaffeebud, 1978). Enkele liedjes zijn coverversies, waarvan de originele versies afkomstig zijn van Ladysmith Black Mambo, de Beatles, de Hollies, Willi Ostermann en ook Herbert Grönemeyer. De producer van de band was van 1973 tot aan zijn dood in 2003 Werner Dies. Hun liederen behandelen ook ernstige thema's, zoals in het lied Edelweißpiraten, dat over het noodlot van de Keulse Edelweißpiraten tijdens het Derde Rijk vertelt. Ook het lied Feschers Köbes vertelt over de opstand tegen de heerschappij van de aartsbisschop Anno II in 1074. Met nummers als Sirtaki en Unser Stammbaum stelt de band zich op tegen vreemdelingenhaat, wat ze ook door hun optredens in 1992 en 2012 tijdens het concert tegen rechts geweld onderstreepten (Arsch huh, Zäng ussenander). MutatiesIn hun 47-jarig bestaan hebben er enkele personele wijzigingen plaatsgevonden. In het begin van de jaren 80 verving keyboarder Willy Schnitzler zijn voorganger Dieter "Joko" Jaenisch, die bij de band was sinds de oprichting, uitgezonderd de onderbreking van 1974 tot 1977. Tijdens deze periode speelde Rolf Lammers op de keyboards, die later als studiomuzikant en lid van de band L.S.E. bekend werd.[10] De spectaculairste wijziging was in 1994, toen frontman Tommy Engel na langdurige, voornamelijk artistieke meningsverschillen de band verliet en sindsdien solo optreedt.[11] Zijn opvolger werd Kafi Biermann.[1] Vanwege de mutaties werd de band aangevuld met zanger/drummer Ralph "Gus" Gusovius, die voorheen reeds lang als studiomuzikant had meegewerkt. Na de zitting in 2005 verliet Willy Schnitzler de band wegens artrose aan de handen.[10] Zijn opvolger werd Andreas Wegener, die reeds eerder met verschillende bekende muzikanten had samengewerkt.[6] In januari 2017 werd Mirko Bäumer als opvolger van zanger Kafi Bierman gepresenteerd.[1] In februari verliet oprichter Peter Schütten de groep.[2] Zijn opvolger werd Pit Hupperten.[7]
Samenwerking met andere artiestenDe band werkte in de loop der jaren samen met veel studiomuzikanten en trad ook samen op met andere Keulse artiesten.
Onderscheidingen
DiscografieAlbums
Singles
Externe links
Noten en referenties
Zie de categorie Bläck Fööss van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|