De Beschermheer van Schotland (Engels 'Guardian of Scotland') was de factostaatshoofd van Schotland gedurende de eerste koningschap onderbreking van 1290-1292 en de tweede koningschap onderbreking 1296-1306. Gedurende de vele jaren van strubbelingen in Schotland tijdens haar lange geschiedenis, waren er vele beschermheren van Schotland en de post was constant een belangrijke functie in de verdere ontwikkelingen van de politiek in het land.
Beschermers van Schotland (eerste periode, 1290-1292)
In een brief (geschreven in Oudfrans) van het Schotse parlement van 1290, gevestigd in Birgham, dat het Verdrag van Salisbury goedkeurde, staan de beschermheren als volgt vermeld: "...Guillaume de Seint Andreu et Robert de Glasgu evesques, Johan Comyn et James Seneschal de Escoce, gardeins du reaume de Escoce..."
Beschermers van Schotland (tweede periode, 1296-1306)
Robert de Steward, neef (ouder in jaren) in verschil met David II de toekomstige koning van Schotland. Robert was beschermheer in vier periodes, soms gezamenlijk en later twee keer gedurende het elfjarige gevangenschap in Engeland, na de Slag bij Neville's Cross (1345-1357).