Het getuigschrift over de basiskennis van bedrijfsbeheer was tot 1 september 2018 een formele voorwaarde om in Vlaanderen met een eigen zaak te mogen beginnen.[1] Het is een van de bepalingen van de Belgische Vestigingswet.[2] Het leerprogramma werd vastgelegd door de federale overheid in de programmawet van 21 oktober 1998 (gewijzigd door het Koninklijk Besluit van 7 juni 2007); de opleidingen die leiden naar het wettelijk getuigschrift worden georganiseerd door de Vlaamse gemeenschap.
Leerprogramma's
Men kan het getuigschrift bekomen door:[2]
De cursus bedrijfsbeheer moet sinds het Koninklijk Besluit van 7 juni 2007 vanaf 1 september 2008 onder meer de volgende leerstofonderdelen bevatten:
- Ondernemend kunnen denken en ondernemerscompetenties bezitten
- een ondernemingsplan kunnen opstellen en de haalbaarheid bestuderen
- elementaire kennis hebben om een onderneming te kunnen oprichten (rechtsvormen, huwelijksstelsels, handelshuur, verzekeringen enz.)
- het sociaal statuut van de zelfstandige;
- overheidssteun, subsidies en kredieten.
- boekhoudkundige aspecten: wettelijke bepalingen inzake de boekhouding van KMO's , een eenvoudige balans en resultatenrekening kunnen opstellen, de voornaamste handels- en betalingsdocumenten, de omzet, de cashflow, het btw-mechanisme;
- financiële aspecten : kostenbeheer en de rendabiliteit, berekenen van het break-evenpoint, raming van de ontvangsten en de investerings- en financieringsuitgaven, het financiële plan, berekening van de verkoop- en de kostprijs, kostenanalyse
- fiscale aspecten : algemene principes van de personen- en de vennootschapsbelasting.
- het beheer van leveranciers en klanten, commerciële onderhandelingen, de analyse van de concurrentie;
- marketing, publiciteit en verkoopspromotie;
- het beheer van leveringen en voorraden;
- wetgeving: de wet op de handelspraktijken en de bescherming van de consument, milieuwetgeving
- afsluiten van handelsovereenkomsten.
Bronnen, noten en/of referenties