BarbertjeBarbertje is een meisjesnaam. De afleiding van deze naam is niet geheel duidelijk:
Max HavelaarBarbertje is een personage uit de parabel die voorafgaat aan de roman Max Havelaar van Multatuli en een notitie erover in zijn Ideeën. Een man, Lothario, wordt ervan beschuldigd Barbertje te hebben vermoord. De rechter veroordeelt hem tot de strop. Lothario verdedigt zich: hij heeft Barbertje altijd goed verzorgd, zegt hij, en hij weet niets van de moord. Dat maakt de zaak alleen maar erger: de rechter beschuldigt hem ook nog van eigenwaan, en ook daar staat de doodstraf op. Op dat moment komt Barbertje - springlevend - de rechtszaal binnenwandelen. De rechter moet nu wel toegeven dat Lothario niet van moord beschuldigd kan worden. Lothario is echter nog steeds schuldig aan eigenwaan en wordt daarvoor ter dood veroordeeld. Verwijzingen in de parabelIn de parabel wordt verwezen naar een toneelstuk van Lessing, Nathan der Weise. In dit stuk heeft de Jood Nathan zich ontfermd over een christelijk gedoopt meisje en haar in alle deugd opgevoed, maar zonder enige religie. De patriarch veroordeelde hem: "Thut nichts! der Jude wird verbrannt."[1][3][4] De naam Lothario is door Multatuli ontleend aan Goethes Wilhelm Meisters Lehrjahre Barbertje moet hangenEen merkwaardige uitdrukking is 'Barbertje moet hangen', waarmee men aangeeft dat iemand sowieso de schuld moet krijgen, ook als de omstandigheden veranderen. In de parabel is het echter niet Barbertje maar Lothario die moet hangen. Trivia
Bronnen, noten en/of referenties
Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelsmaatschappy op Wikisource.
|