Balije Elzas-BourgondiëElzas-Bourgondië, later ook Elzas-Zwaben-Bourgondië genoemd, was een balije van de Duitse Orde. De landcommandeur van deze balije had een zetel in de Zwabische Kreits als commandeur van Altshausen. Het ontstaan en de groei van de balijeDe balije ontstond omstreeks 1231. De commandeur van Rouffach, Gotfried, noemde zich in 1235 landcommandeur van Elzas en nog in hetzelfde jaar noemde hij zich landcommandeur van Elzas, Bourgondië en Breisgau. Na de verwerving van Beuggen in 1245 werd de zetel van de landcommandeur voor een lange tijd daar gevestigd. In 1444 werd de zetel verlegd naar Altshausen. De volgende gebeurtenissen gingen vooraf aan de stichting van nieuwe commanderijen: patronaatsrechten in Köniz (1226), goederen in Mülhouse (1232), patronaatsrechten in Sumiswald (1235), bezittingen in Hitzkirch (1237), goederen in Freiburg (1250), bezittingen in Andlau (1258), bezittingen in Bazel (1258), goederen rond Mainau (vanaf 1260), goederen in Kysersberg (vanaf 1295). De commanderijen Mainau, Altshausen, Beuggen en Sumiswald slaagden erin heerlijkheden met de hoge en lage rechtsmacht te verwerven, zodat zij een eigen territorium hadden. Positie van de balije binnen de OrdeIn 1386 werd de balije aan de grootmeester van de Orde verpand. Deze verpanding werd nooit ingelost. Daardoor ressorteerde de balije niet langer onder de Duitsmeester, maar direct onder de grootmeester. Het was een Kamer-balije geworden. In 1521 probeerde de balije zelfstandig te worden: zij koos met steun van de Habsburgers zelf haar nieuwe landcommandeur tegen de kandidaat van de grootmeester in. Nadat in 1525 de grootmeester zijn Ordensstaat in Pruisen had veranderd in het wereldlijk hertogdom raakte de balije weer onder het opper-toezicht van de Duitsmeester. De commanderijen in ZwitserlandDe commanderij in Bern hield op te bestaan in 1485 toen ze werd omgezet in een wereldlijk collegiaal sticht. De reformatie verminderde het bezit van de balije. In 1528 gingen de commanderijen Köniz, Bern en Sumiswald in Zwitserland verloren. In 1552 werden Köniz en Sumiswald in verkleinde omvang terug verworven. De Orde liet Sumiswald daarna door burgers uit Bern besturen en verkocht de commanderij in 1698 aan Bern. In 1729 werd ook de commanderij Köniz aan Bern verkocht. De commanderijen in FrankrijkHet einde van de commanderij Mulhouse kwam toen deze rijksstad calvinistisch werd. Straatsburg ging ten onder in de Dertigjarige Oorlog. De annexatie van de linker Rijnoever door Frankrijk maakte een eind aan de laatste commanderijen in de Elzas: Andlau, Guebwiller, Kaysersberg en Rufach-Suntheim. De commanderijen in DuitslandIn 1590 werd Maximiliaan van Oostenrijk Groot- en Duitsmeester (Hoch- und Deutschmeister). Hij dwong de balije weer binnen zijn oppergezag. De balije mocht twee kandidaten voordragen als er een nieuwe commandeur nodig was, waaruit de Groot- en Duitsmeester dan zijn keuze maakte. In 1673 werd door de commanderij Altshausen het dorp Waldstetten gekocht van het klooster Elchingen. Samen met Rohr werd het vervolgens bestuurd door een voogd. Op enig moment is het tot de commanderij Rohr-Waldstetten verheven. In paragraaf 8 van de Vrede van Presburg van 26 december 1805 werd de commanderij Mainau bij het keurvorstendom Baden gevoegd. De Rijnbondakte van 12 juli 1806 regelde het volgende:
Overzicht commanderijen omstreeks 1400
Overzicht commanderijen aan het eind van de achttiende eeuw
LiteratuurHofmann, Hanns Hubert: der Staat des Deutschmeisters, München (1964) |