In 1871 werd Danse benoemd tot tekenleraar aan de kunstacademie van Bergen. Ondertussen had hij zich ook de techniek van het etsen eigen gemaakt. Op initiatief van Danse werd in Bergen in 1882 een graveerschool opgericht. Hij bleef er docent tot aan zijn pensioen in 1897. Zijn belangrijkste leerling was Louis Greuze, die hem ook zou opvolgen.
Vanaf het begin van de twintigste eeuw legde Danse zich meer toe op de schilderkunst en vervaardigde een aantal marines en landschappen. Voor de Belgische koninklijke familie graveerde Danse in 1903 een reeks portretten. Datzelfde jaar werd hij correspondent van de Koninklijke Academie van België en twee jaar later werd hij lid van de academie. Vanaf 1906 was hij lid van de kunstenaarsvereniging L'Estampe waarvan zijn schoonzoon Robert Sand secretaris was. In 1910 nam hij deel aan de Wereldtentoonstelling van 1910 te Brussel.
Danse stierf 14 dagen na zijn honderdste verjaardag in zijn woonplaats Ukkel. Een straat in de gemeente werd naar hem vernoemd. Een aantal van zijn werken wordt bewaard in het prentenkabinet van de Koninklijke Bibliotheek en van enkele universiteiten. Zijn belangrijkste leerlingen waren Paul Craps en Elisabeth Wesmael.
Familie
Danse was gehuwd met Adèle, de zus van Jean-Baptiste en Constantin Meunier. Zij kregen twee dochters die beiden als kunstenaar in zijn voetsporen zouden treden. De oudste, Louise (1865-1948), huwde met uitgever Robert Sand (1876-1936) terwijl de jongste, Marie (1866-1942) huwde met politicus Jules Destrée die in 1919 minister van Kunsten en Wetenschappen zou worden.
Literatuur
Michel Auguste Danse in Benezit, Dictionary of artists, deel 4, p. 407, Parijs, 2006
R. URBONIENE, Auguste Danse, in Allgemeines Küntslerlexikon, deel 24, p. 203-204, München-Leipzig, 2000
M. MAUQUOY-HENDRICKX, Auguste Danse in de Biographie Nationale, deel 33, kol. 185-187, Brussel, 1966