Aragvi
De Aragvi (Georgisch: არაგვი) is een 112 km lange rivier in Georgië met een stroomgebied van 2.740 km².[1] De historische Georgische Militaire Weg volgt vanaf de Dzjvaripas het dal van de Witte Aragvi en de Aragvi naar Mtscheta. De waterkrachtcentrale bij de stuwdam in de Aragvi voorziet in een groot deel van de Georgische energiebehoefte. De in 1986 gebouwde dam creëerde het Zjinvali-stuwmeer, dicht bij het kasteelcomplex Ananoeri. Even voorbij de dam mondt de rivier uit in de Mtkvari. Naam en loop rivierDe exacte loop van de Aragvi-rivier is bron van enige verwarring. De rivier heeft verschillende belangrijke zijrivieren, die allemaal "aragvi" ("rivier") zijn genoemd, met als onderscheid de (historische) bergregio waar ze doorheen stromen: Mtioeleti, Goedamakari, Chevsoeretië en Psjavi. Bij Pasanaoeri vloeien de twee belangrijkste Aragvi rivieren samen: de Mtioeleti Aragvi en de Goedamakari Aragvi. Aan deze twee wordt ook wel gerefereerd als respectievelijk Tetri (Witte) en Shavi (Zwarte) Aragvi. Vanaf Pasanaoeri gaat de rivier als Aragvi verder in zuidoostelijke richting naar het Zjinvali-reservoir, waar de Psjavi Aragvi zich bij de Aragvi voegt. De Psjavi Aragvi heeft op zijn beurt de Chevsoer Aragvi als belangrijke zijrivier.[2] Vanaf Zjinvali stroomt de Aragvi zuidwaarts naar Mtscheta waar het in de Mtkvari rivier uitmondt. Dit betekent ook dat er vier verschillende hoofdbronnen van de Aragvi zijn die allen liggen in of direct naast de hoofdkam van de Grote Kaukasus. Deze bronnen zijn van west naar oost: het Keli Vulkanisch Hoogland (Sjerchotaberg) bij de grens met Zuid-Ossetië, het Tsjaoechigebergte en de bergen Archoti de Borbalo. De Mtioeleti (Witte) Aragvi wordt als langste tak gezien als de hoofdbron van de rivier.[3]
Galerij
Bronnen, noten en/of referenties
|