Apomys microdon
Apomys microdon is een knaagdier uit het geslacht Apomys dat voorkomt op de eilanden Luzon en Catanduanes in de Filipijnen. Deze middelgrote, donker gekleurde soort is genetisch het nauwste verwant aan A. musculus, A. sp. A/C en A. sp. B. A. sp. F is eerder ook tot A. microdon gerekend. Taxonomische geschiedenisA. microdon werd oorspronkelijk beschreven in 1913 door de Amerikaanse bioloog Ned Hollister op basis van een beschadigd exemplaar uit het eiland Catanduanes. De soort bleef lange tijd slechts van het holotype bekend, maar in 1982 plaatste Guy Musser in zijn "The Definition of Apomys" populaties op de eilanden Leyte en Dinagat die in 1960 en 1970 door Dioscoro Rabor waren ontdekt in A. microdon. De twee exemplaren uit Dinagat werden later in A. insignis geplaatst,[2] de dieren uit Leyte werden in A. littoralis (tegenwoordig een synoniem van A. insignis) en later in de nog onbeschreven A. sp. F geplaatst. In de jaren '90 werd A. microdon ook gevonden op Mount Isarog en de Sierra Madre op Luzon en enkele jaren later ook in Kalinga.[3] Op Mount Banahaw en Mount Tapulao is A. microdon of een gelijkende soort ook gevonden. De naam Apomys microdon bestaat, zoals gebruikelijk in de zoölogische nomenclatuur, uit een geslachts- en een soortnaam. De geslachtsnaam, Apomys, is in 1905 door de Amerikaanse bioloog Edgar Mearns voorgesteld en betekent "muis uit Mount Apo" (mys, μῦς, is het Oudgriekse woord voor "muis"; de typesoort van het geslacht werd voor het eerst gevonden op Mount Apo). De soortnaam, microdon, komt van de Oudgriekse woorden μικρός "klein" en ὀδῶν "tand" en betekent dus "kleintand"; de naam verwijst naar de relatief kleine tanden. Deze naam heeft nog wat verwarring opgeleverd. Toen John Ellerman in 1949 zowel Apomys als Mastomys in Rattus plaatste. Daardoor werd Apomys microdon Hollister, 1913 een homoniem van Mus microdon Peters, 1852, die tegenwoordig als een synoniem van de veeltepelmuis (Mastomys natalensis) wordt beschouwd. Wegens deze homonymie gebruikte Ellerman A. microdon het nomen novum "Rattus hollisteri". Mastomys en Apomys werden echter al snel na Ellerman weer in aparte, niet nauw verwante geslachten geplaatst, en de naam microdon werd weer gebruikt. In hun boek Mammals of the Indomalayan Region (1992) gebruikten Corbet en Hill echter de naam Apomys hollisteri, waarmee ze artikel 59(b) van de derde editie van de ICZN (1985) opvolgden, dat bepaalde dat een dergelijk voor 1961 vervangen naam permanent ongeldig zou zijn. In de vierde editie van de ICZN (1999) werd hieraan echter toegevoegd dat het nomen novum niet gebruikt hoefde te worden als het in de literatuur niet werd gebruikt en als beide vormen niet langer in hetzelfde geslacht werden geplaatst. Aan beide voorwaarden is bij deze soort voldaan, zodat de naam Apomys microdon correct is. Beschrijving
Het geslacht Apomys, waar ook A. microdon toe behoort, is te herkennen aan de geringe grootte, de lange staart, lange, smalle achtervoeten, de aanwezigheid van vier mammae, die allemaal op de buik zijn gelegen, en een groot aantal kenmerken van de schedel. Apomys microdon is een middelgrote Apomys met een lange staart en relatief kleine tanden. De bovenkant van het lichaam is kaneelbruin; die kleur gaat via de olijfkleurige flanken over naar de geelgrijze onderkant. De voeten en de staart zijn bruin. Over eventuele geografische variatie binnen deze soort is niets bekend. Verwantschappen en biogeografieApomys microdon behoort tot de Chrotomys-divisie, een groep binnen de Murinae die uitsluitend in de Filipijnen voorkomt en naast Apomys ook Rhynchomys, Chrotomys en Archboldomys omvat. Deze Filipijnse dieren hebben gemeenschappelijke morfologische[8] en genetische[9] kenmerken. Binnen deze groep is Apomys verreweg het grootste en wijdstverbreide geslacht: Apomys omvat kleine, onopvallende bosmuizen die in de gehele Filipijnen voorkomen, terwijl de andere, sterk gespecialiseerde geslachten nauwelijks buiten Luzon zelf te vinden zijn. Apomys zelf is in 1982 door Musser verdeeld in twee groepen, de datae-groep, met destijds alleen A. datae uit Luzon, en de abrae-hylocetes-groep, met alle andere soorten, waaronder A. microdon. Deze groepen verschillen in de manier waarop de kop door slagaders van bloed wordt voorzien. Deze onderverdeling van Apomys is in 2003 door genetisch onderzoek bevestigd. Binnen de abrae-hylocetes-groep is er een splitsing tussen de zuidelijke soorten, zoals A. hylocetes en A. insignis, en de noordelijke soorten, waar A. microdon toe behoort. Binnen deze groep vormt A. microdon de zustergroep van de overige soorten, Apomys musculus uit Luzon en Mindoro en de onbeschreven soorten A. sp. A/C uit Groot-Negros-Panay en Sibuyan, A. sp. B uit Sibuyan en waarschijnlijk ook A. sp. E uit Mindoro. Ook A. abrae en A. sacobianus zijn waarschijnlijk verwant aan deze soorten.[10] De scheiding tussen Apomys microdon en de overige soorten vond waarschijnlijk tussen 1,9 en 2,2 miljoen jaar geleden op Luzon plaats.[11] In dit onderzoek werden twee exemplaren van A. microdon uit Kalinga en twee uit Mount Isarog gebruikt. Deze populaties bleken genetisch slechts weinig te verschillen. De verwantschappen van A. microdon zijn als volgt samen te vatten:
Verspreiding, gedrag en ecologieApomys microdon is behalve van Luzon, het grootste eiland van de Filipijnen, uitsluitend bekend van het veel kleinere Catanduanes, dat bij de zuidoostelijke uitloper van Luzon ligt. Dit eiland was in het Pleistoceen met Luzon verbonden en behoort daarom tot Groot-Luzon. Op Catanduanes is A. microdon alleen van het holotype bekend, dat in de gemeente Viga is gevangen. A. microdon is inmiddels ook gevonden op Mount Isarog, een vulkaan op het zuidoostelijke gedeelte van Luzon. In 1988 zijn daar zeven exemplaren gevangen op 475 tot 1550 m hoogte in regenwoud. Deze dieren werden 's nachts gevangen in vallen met kokosnotenpasta als aas die in dichte vegetatie waren geplaatst. Hun magen bevatten overblijfselen van insecten en zaden. Een vrouwtje dat in maart was gevangen bevatte drie embryo's van 21 mm. De soort is ook bekend van de Sierra Madre in het noordoosten van Luzon, maar daar is slechts een exemplaar bekend, dat op zeeniveau in Dimapnat in de gemeente Divilacan is gevangen. Het exemplaar was een vrouwtje en was drachtig van drie embryo's met een lengte van 2 tot 3 mm. Ook in het Balbalasang-Balbalan National Park, dat in de provincie Kalinga in de Cordillera Central is gelegen, is A. microdon inmiddels gevonden. Het dier is daar bekend van 1050, 1600, 1950 en 2150 m hoogte, maar ontbrak op 925 en 1650 m. A. microdon leeft in ieder geval daar voornamelijk in bomen. Zoals hierboven vermeld is A. microdon of een gelijkende soort inmiddels ook gedocumenteerd van Mount Banahaw en Mount Tapulao, maar over deze populaties is verder geen informatie gepubliceerd, behalve dat het dier uit Mount Tapulao relatief klein is.[12] BeschermingsstatusDe IUCN-status van Apomys microdon is "veilig" (LC). Waarschijnlijk is het een wijdverspreide, stabiele soort, maar vernietiging van zijn habitat kan een bedreiging vormen.[3] Noten
Literatuur
|