Apenboomfamilie
De apenboomfamilie (Araucariaceae) is een zeer oude familie van coniferen. Zij bereikten hun maximumdiversiteit tijdens de Jura en het Krijt, toen zij bijna wereldwijd voorkwamen. Aan het eind van het Krijt, toen de dinosauriërs uitstierven, verdwenen de Araucariaceae uit het noordelijk halfrond. KenmerkenEr zijn 41 vandaag levende soorten, in drie geslachten: Agathis (21 soorten), Araucaria (19 soorten) en Wollemia (1 soort).[1] Deze zijn grotendeels beperkt tot de zuidelijke hemisfeer. Op een handvol plekken komen er wel nog soorten uit de familie Araucariaceae voor op de noordelijke hemisfeer, net boven de evenaar. De familie Araucariaceae behoort vermoedelijk tot de Antarctische flora (flora ontstaan op Gondwana). Veruit de grootste diversiteit bestaat in Nieuw-Caledonië, hier zijn 13 soorten uit het geslacht Araucaria endemisch en 5 uit het geslacht Agathis. Ook komen er soorten voor in zuidelijk Zuid-Amerika, Nieuw-Zeeland, Australië, Maleisië en de Filipijnen. Het zijn allemaal groenblijvende bomen, typisch met één enkele boomstam (met Wollemia nobilis als uitzondering, die meerdere stammen vormt) en zeer regelmatige kronen van takken, die er een formele verschijning aan geven. Verscheidene zijn zeer populaire sierbomen in tuinen in subtropische gebieden. Enkele soorten produceren gewaardeerd hout. Verscheidene hebben eetbare zaden gelijkend op pijnboompitten, en anderen produceren waardevolle hars. In de bossen waar zij voorkomen, zijn ze gewoonlijk dominante bomen, vaak de grootste soorten in het bos. De grootste is Araucaria hunsteinii, die tot 89 m hoog kan worden (in Nieuw-Guinea). Er zijn verscheidene andere soorten gemeld met lengten tot 65 meter. Soorten
Bronnen, noten en/of referenties
Zie de categorie Araucariaceae van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|