Hij was vervolgens gasthoogleraar in Montréal (1977-1978), Osaka (1988) en München (1988-89; Erich Voegelin Gastprofessur). In zijn periode aan de Erasmus Universiteit richtte Zijderveld zich vooral op cultuursociologie. Hij besteedde in zijn publicaties veel aandacht aan instituties. Hij heeft diverse bestuurlijke functies gehad, onder andere op kunst- en cultuurgebied.
Zijderveld mengde zich verschillende keren in het integratiedebat. Hij introduceerde het begrip koppelteken-Nederlanders, dus bijvoorbeeld Marokkaanse-Nederlanders of Turkse-Nederlanders, wat meer de verbondenheid zou benadrukken van immigranten met Nederland. Hij stelde geen probleem te hebben met de dubbele nationaliteit:
"Loyaliteit zit niet vast aan een paspoort. Het gaat om geïntegreerde, koppelteken-Nederlanders. (…) Je hoeft niet volledig te assimileren in de samenleving. (…) Als je goed Nederlands spreekt en je hebt werk en draagt zo bij aan de economie, wat kan mij dan dat paspoort schelen?"[2]
Zijderveld liet herhaaldelijk blijken weinig op te hebben met politici als Geert Wilders, die hij beschuldigend als populist bestempelde en verweet te schurken tegen extreemrechts. Hij pleitte voor toenadering van het CDA richting de islam en vond dat zijn partij afstand moest nemen van de islamofobie van Wilders.
De uitspraak van CDA-voorzitter Peter van Heeswijk dat toekomstige samenwerking met de Partij voor de Vrijheid van Geert Wilders niet uitgesloten werd, leidde er in april 2009 toe dat Zijderveld het lidmaatschap van het CDA opzegde. Bovendien merkte Zijderveld op dat de PVV qua structuur veel overeenkomsten heeft met de NSB, ze zijn "allebei geen democratische partijen, maar een beweging".[3] Zijn essay, Populisme als politiek drijfzand, met ongeveer honderd pagina's verscheen eind april 2009.
Privéleven
Anton Zijderveld was getrouwd en kreeg met zijn echtgenote vier kinderen, geboren tussen 1968 en 1977. Zijn vrouw overleed in 2020. Prof.dr. A.C. Zijderveld overleed in juli 2022 op 84-jarige leeftijd.[4]
Bibliografie
Institutionalisering; een studie over het methodologisch dilemma der sociale wetenschappen. Proefschrift Rijksuniversiteit Leiden, 1966. 2e druk: Meppel, Uitg. Boom 1974. ISBN 9060091639
The Abstract Society, 1970; 1971;1972. Vertalingen: Nederlands, Duits, Japans, Turks
Sociologie van de zotheid, 1971. Vertaling: Duits
De theorie van het Symbolisch Interactionisme, 1973
De relativiteit van kennis en werkelijkheid, 1974
On Clichés, 1979. Vertalingen: Nederlands, Japans, Turks
Vrijwillig initiatief en de verzorgingsstaat, 1981 (co-auteur: H.P.M.Adriaansens)
Reality in a Looking-Glass, 1982. Vertaling: Nederlands
De culturele factor, 1983; 1988
Sociologie als cultuurwetenschap, 1983; 1988
Steden zonder stedelijkheid, 1983
De samenleving als schouwspel, 1987; 1991; 1998. Vertaling: Turks
Het Spoor, 150 jaar Spoorwegen in Nederland, 1989 (co-auteur) ISBN 90-290-9618-7
Staccatocultuur, flexibele maatschappij en verzorgende staat. 1991
De parvenucultuur en andere essays, 1993
De paradox van het alledaagse leven, 1995
A Theory of Urbanity, Transaction Publishers 1998; 2009
The Waning of the Welfare State, 1999
The Institutional Imperative; The Interface of Institutions & Networks. Amsterdam University Press, 2000. ISBN 9053564306
Een rapsodisch leven. Herinneringen. Amsterdam, Uitg. Bert Bakker, 2001. ISBN 9035123603
Populisme als politiek drijfzand. Amsterdam, Uitgeverij Cossee, 2009. ISBN 9789059362505
In Praise of Doubt, New York, Harper, 2009. ISBN 9780061778179 (co-auteur Peter L. Berger). Vertalingen: Nederlands (Lof der twijfel, ISBN 9789059362666), Duits, Italiaans, Pools, Koreaans, Japans, Portugees (Brazilië), Chinees
Waarom wij lachen: over de grap, de spot en de oorsprong van humor. Amsterdam, Uitgeverij Cossee, 2011. ISBN 9789059363144