Ann Arbor-stadiëringAnn Arbor-stadiëring is het stadiëringssysteem dat wordt gebruikt bij het bepalen van het stadium voor de ziekte van Hodgkin en de meeste non-hodgkinlymfomen.
BepalingHet stadium wordt over het algemeen bepaald met behulp van beeldvormende technieken (en het uitvragen van klachten bij de patiënt, voor de extra criteria). Beelden van een PET-scan en een CT-scan worden gecombineerd tot een PET/CT-onderzoek (vaak zijn beide technieken beschikbaar in een enkel apparaat: een PET/CT-scanner). Het voordeel van een PET-scan is hierbij dat de intensiteit van de ziekte kan worden vastgesteld en dat afwijkingen die bij alleen een CT-scan niet zouden worden opgemerkt, toch zichtbaar worden. De beelden van de eerste CT-scan (met een lage stralingsdosis) geven inzicht in de structuur van het lichaam en worden gebruikt ter oriëntatie, daarna wordt door de PET-scan de intensiteit van de stofwisseling in de weefsels bepaald. Door de beelden van beide scans samen te voegen (over elkaar heen te leggen) kan de arts bepalen welke weefsels overmatig actief zijn en waar de ziekte zich bevindt in het lichaam. Direct na het PET/CT-onderzoek wordt vaak nog een afzonderlijke, reguliere CT-scan gemaakt (met een hogere stralingsdosis en een jodiumhoudend contrastmiddel) om het lichaam op weefselniveau in kaart te brengen. Extra criteriaDe volgende letters kunnen worden toegevoegd aan het stadium:
GeschiedenisHet stadiëringssysteem werd genoemd naar de Amerikaanse stad Ann Arbor, waar een werkgroep bestaande uit hodgkinlymfoom-experts bijeen kwam in 1971, om het verouderde systeem Rye te vervangen. In 1988 werden de extra letters (A, B, X, S, E) om het stadium verder te specificeren vastgelegd bij een soortgelijke ontmoeting van experts in het Engelse Cotswolds: de Cotswolds-criteria. Bronnen, noten en/of referenties
|