Andreas HallénJohan Andreas Hallén (Göteborg, 22 december 1846 — Stockholm, 11 maart 1925) was een Zweeds componist, dirigent en recensent. Zijn muziek is in te delen bij de (super)-romantiek. Hij heeft grote invloed gehad op het muziekleven in Zweden, maar lijkt als componist onderschat en ondergewaardeerd. Als jongeling kreeg hij al muziekles van de organist van de kathedraal van Göteborg. Om verdere studies in de muziek te krijgen verkoos hij Duitsland en met name Leipzig (les van Carl Reinecke); München (Joseph Rheinberger) en Dresden (Julius Rietz). Naast compositie begon hij ook les te nemen in dirigeren. Al in Leipzig kreeg een van zijn eerste composities succes: Om pagen och kungadottren (over pages en prinsessen), een balladereeks die hij componeerde op 26-jarige leeftijd. De compositie vraagt om 150 zangers. Vanaf 1892 was hij tweede dirigent bij de Opera van Stockholm en tegelijkertijd recensent bij een Zweeds blad. Ten slotte was hij tussen 1909 en 1919 docent aan de muziekacademie van Stockholm. Hallén is niet zo erkend als musicus en pedagoog vanwege zijn starre houding en wisselvallig humeur. Eenmaal gestudeerd hebbende was de drang tot vernieuwing totaal verdwenen en hij liet dat iedereen merken. Hij veroordeelde andere componisten onbegrijpelijke muziek te schrijven (hij deed dat ook als recensent). Leerlingen van hem zoals Kurt Atterberg en Oskar Lindberg hielden het niet lang bij hem uit. Alhoewel hij in haast alle genres gecomponeerd heeft, is zijn stijl haast niet geëvolueerd. Oeuvre (selectief)
en toneelmuziek onder anderen bij Gustav Wasa (1896) van Daniel Fallström, later omgewerkt tot de Gustaf Wasa Saga. Bron
|