Anapsiden
Anapsiden (Anapsida) zijn een onderklasse van reptielen met als belangrijkste kenmerk een gesloten schedeldak zonder openingen achter de ogen. Hierin verschillen zij van de Diapsida, die (meestal) twee openingen hebben, en de Synapsida, die er één hebben. De enige nog levende vertegenwoordigers van de Anapsida zijn misschien de schildpadden.
Afstamming en evolutieDe groep is wat kunstmatig en omvat verschillende geslachten die niet nauw aan elkaar verwant zijn. Tot de groep behoren enkele van de oudste reptielen uit het laat-Carboon en het Perm. Sommige leken in uiterlijk en leefwijze op moderne hagedissen, zoals Milleretta, andere waren grote, tot 3 meter lange, gepantserde planteneters, zoals de Pareiasaurus. De meeste afstammelingen van de Anapsida stierven aan het einde van het Perm uit. In het laat-Trias verschijnen schildpadden (Testudines); die werden lang beschouwd als de enige overgebleven afstammelingen. Fylogenetische studies wijzen echter niet op een afstamming vanuit de Anapsida. Volgens deze nieuwe inzichten behoren de schildpadden tot de Diapsida, ondanks het ontbreken van de openingen in de schedel.[1][2] Soorten binnen de Diapsida waarvan de vensters gedurende de evolutie zijn dichtgegroeid komen wel meer voor. Meer fossielen moeten gevonden worden om de definitieve plaats van de schildpadden te bevestigen. Taxonomie
Bronnen, noten en/of referenties
Zie de categorie Anapsida van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|