Alexandra David-Néel

Alexandra David-Néel als tiener
Alexandra David-Néel in Lhasa in 1924

Alexandra David-Néel, geboren als Louise Eugénie Alexandrine Marie David (Saint-Mandé (Val-de-Marne), 24 oktober 1868Digne-les-Bains (Alpes-de-Haute-Provence), 8 september 1969) was een Belgisch ontdekkingsreiziger, boeddhist, feminist en schrijfster.

Jeugd

Ze werd geboren in Frankrijk als kind van Louis David, een Franse, protestantse activist, en Alexandrine Borghmans, een Belgische, katholiek en afkomstig van Oostende. Ze groeide grotendeels in Brussel op. Ze studeerde zang aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel. Daarna leerde ze Sanskriet aan het Collège de France. Op jonge leeftijd werd ze lid van de Theosofische Vereniging, waar haar interesse voor het Oosten werd aangewakkerd.

Reizen

Door een erfenis kon ze als drieëntwintigjarige een eerste reis naar India maken. Op 4 augustus 1904 huwde ze Philippe Néel (1861-1941) die als ingenieur werkte voor de spoorwegen. In 1911 kwam ze met haar man overeen een studiereis van 18 maanden door India te maken, die echter 14 jaar duurde.

Ze geniet bekendheid door haar bezoek in 1924 aan de (voor buitenlanders) verboden stad Lhasa, hoofdstad van Tibet. Terwijl buitenlanders in het Tibet van die jaren niet welkom waren, verbleef Alexandra in het geheim in een stenen hut net buiten Lhasa. Daar was ze in gezelschap van een jonge lama die ze als haar zoon beschouwde. Na enige tijd werd haar geheime verblijfplaats ontdekt en moest ze Tibet verlaten.[1]

Ze schreef meer dan dertig boeken over oosterse religies, filosofie en haar vele reizen. Haar inzichten beïnvloedden de beatschrijvers Jack Kerouac en Allen Ginsberg, alsook de filosoof Alan Watts. Tot aan zijn dood in 1941 onderhield ze ook een correspondentie met haar voormalige echtgenoot.

Met de opbrengst van haar boeken kocht ze in 1928 een villa in de Alpes-Maritimes in Frankrijk, die ze Samten Dzong doopte. Alexandra David-Néel overleed op honderdjarige leeftijd.

Bibliografie

  • 1898 - Pour la vie
  • 1907 - Le philosophe Meh-Ti et l'idée de solidarité
  • 1908 - Notes sur la philosophie japonaise
  • 1909 - Les théories individualistes dans la philosophie chinoise. Yang-Tchou
  • 1911 - Le modernisme bouddhiste et le bouddhisme du Bouddha
  • 1927 - Voyage d'une parisienne à Lhassa. A pied et en mendiant de la Chine à l'Inde à travers le Thibet. Vertaald als: Een vrouw trekt door Tibet. Den Haag, Sirius en Siderius, 1986 ISBN 90-6441-074-7
  • 1929 - Mystiques et Magiciens du Tibet. Vertaald als: Mystiek en magie in Thibet. Amsterdam, Gnosis, 1938
  • 1930 - Initiations Lamaïques
  • 1931 - La vie surhumaine de Guésar de Ling, le héros thibétain. Racontée par les bardes de son pays, met Lama Yongden
  • 1933 - Grand Tibet; Au pays des brigands-gentilshommes. Vertaald als: Pelgrims, rovers en demonen. Avonturen en mysteriën in Tibet. Amsterdam, Meulenhoff, 1938; Tibet: rovers, priesters en demonen. Den Haag, Sirius en Siderius, 1988 ISBN 90-6441-081-X
  • 1935 - Le lama au cinq sagesses. Vertaald als: Mipam, de lama der vijf wijsheden. Deventer, Van Loghum Slaterus, 1935
  • 1938 - Magie d'amour et magic noire; Scènes du Tibet inconnu. Vertaald als: Liefdes-tover en zwarte magie. Amsterdam, Gnosis, 1942
  • 1939 - Buddhism: Its Doctrines and Its Methods
  • 1940 - Sous des nuées d'orage; Recit de voyage
  • 1947 - A l'Ouest barbare de la vaste Chine
  • 1949 - Au coeur des Himalayas; Le Nepal
  • 1951 - Ashtavakra Gita; Discours sur le Vedanta Advaita
  • 1951 - L'Inde hier, aujourd'hui, demain. Vertaald als: India. Oude goden, nieuwe normen. Amsterdam, Meulenhoff, 1954
  • 1952 - Textes tibétains inédits, traduits et présentés par Alexandra David-Neel
  • 1953 - Le vieux Tibet face à la Chine nouvelle
  • 1954 - La puissance de néant, met Lama Yongden. Vertaald als: De macht van het niets. Den Haag, Sirius en Siderius, 1985 ISBN 90-6441-055-0
  • Grammaire de la langue tibetaine parlée
  • 1958 - L'Avadhûta gîtâ de Dattatraya. Poème mystique Védenta Advaïta avec notes et commentaires, translation de Alexandra David-Neel
  • 1958 - La connaissance trancendante d'après le texte [de la Prajñāpāramitā] et les commentaires tibétains, met Lama Yongden
  • 1961 - Immortalite et reincarnation: Doctrines et pratiques en Chine, au Tibet, dans l'Inde
  • L'Inde où j'ai vecu; Avant et après l'independence
  • 1964 - Quarante siècles d'expansion chinoise
  • 1970 - En Chine: L'amour universe! et l'individualisme integral: les maitres Mo Tse et Yang Tchou
  • 1972 - Le sortilège du mystère; Faits étranges et gens bizarre rencontrés au long de mes routes d'orient et d'occident
  • 1975 - Vivre au Tibet; Cuisine, traditions et images. Vertaald als: Tibet aan tafel. Den Haag, Sirius en Siderius, 1989 ISBN 90-6441-082-8
  • 1975 - Journal de voyage; Lettres à son Mari, 11 août 1904 - 27 decembre 1917. Vol. 1. Ed. Marie-Madeleine Peyronnet
  • 1976 - Journal de voyage; Lettres à son Mari, 14 janvier 1918 - 31 decembre 1940. Vol. 2. Ed. Marie-Madeleine Peyronnet. Vertaald als: Mijn leven op het dak van de wereld. Geheim reisdagboek 1918 tot 1940. Amsterdam, Byblos, 2002 ISBN 90-5847-387-2
  • 1979 - Le Tibet d'Alexandra David-Neel
  • 1988 - The secret oral teachings in Tibetan Bhuddist sects, met Lama Yongden. Vertaald als: De geheime leer van Tibetaanse Boeddhistische sekten. Amsterdam, De Driehoek, 1990 ISBN 90-6030-462-4

Zie ook

Zie de categorie Alexandra David-Néel van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.