Adolf IV van Kleef-Mark
Adolf IV (2 augustus 1373 - 23 september 1448) was de oudste zoon van graaf Adolf III van der Mark en Margaretha van Gulik. LevenIn 1394 volgde hij zijn vader Adolf III van der Mark op als graaf van Kleef en later als hertog van Kleef. In 1397 voerde hij oorlog tegen zijn oom Willem II van Berg en veroverde Kaiserswerth, Remagen en Sinzig, de helft van Gennep en de heerlijkheid Ravenstein. Op het concilie van Konstanz werd hij in 1417 tot hertog uitgeroepen. In 1398 erfde Adolf het graafschap Mark van zijn broer Diederik X van Kleef. Binnenlands voerde hij strijd tegen de adel en de standen, die evenwel aan invloed wonnen. In de Gelderse opvolginsstrijd koos Adolf partij voor Egmont, hetgeen hem Emmerik, Gennep en het Reichswald opleverde. In zijn gevechten tegen de aartsbisschop van Keulen in 1444-1448 veroverde hij Soest en Xanten, maar stond hij Kaiserswerth en Remagen af. In 1420 nam hij samen met Adolf van Berg en Eberhard van Limburg de burcht Elberfeld met omliggend gebied in, hij kreeg het als pand tegen betaling van 2.000 gulden aan de graaf van Berg.[1] Huwelijk en kinderenAdolf was gehuwd met:
en werd vader van:
Voorouders
Bronnen, noten en/of referenties
|