Aansprakelijkheid

Aansprakelijkheid is een rechtsfiguur uit het burgerlijk recht die tot de verplichting kan leiden om de nadelige gevolgen van een bepaalde gebeurtenis te moeten dragen. Dit kan samenhangen met de voldoening van een of meer verbintenissen, ook wanneer hij of zij de verbintenis niet tot stand heeft gebracht. Als een (rechts)persoon door de rechter in een bepaald geval aansprakelijk wordt gehouden, kan door de rechter worden bepaald dat een verplichting tot voldoening van een geldsom ter compensatie van geleden schade bestaat. Het kan ook om een overheidsorgaan gaan. Wordt niet vrijwillig aan het vonnis voldaan, bestaan juridische mogelijkheden tot verhaal op het vermogen van de schadeplichtige.

Dat iemand aansprakelijk is, wil nog niet zeggen dat de verbintenis uiteindelijk ook daadwerkelijk ten laste van zijn of haar vermogen moet blijven. Aansprakelijkheid wordt echter vrijwel altijd in het verband van schadevergoeding geplaatst. De term aansprakelijkheidsrecht heeft alleen betrekking op schade.

Aansprakelijkheid moet worden onderscheiden van draagplicht.

Doel van aansprakelijkheidsrecht

Het primaire doel van het civiele aansprakelijkheidsrecht is herstel of compensatie van geleden schade. Daarnaast kan er een preventieve gedragscorrigerende werking van uitgaan. Een derde doel van aansprakelijkheidsrecht kan genoegdoening zijn: erkenning voor het feit dat men schade geleden heeft.

Uitgangspunt: schade zelf dragen

Het uitgangspunt in het civiele recht is dat men schade zelf dient te dragen. Er moeten zwaarwegende redenen zijn om van deze hoofdregel af te wijken. Het aansprakelijkheidsrecht stelt vast wanneer iemand (de laedens) in het algemeen of in een bepaald geval aansprakelijk is voor schade die een ander (de gelaedeerde) geleden heeft. Wettelijke aansprakelijkheid is van toepassing wanneer er schade is toegebracht door een persoon.[1] Men kan voor deze schade aansprakelijk worden gesteld. Dat kan gebeuren als particulier of als ondernemer. Het kan zijn dat de schade is ontstaan door een ongeluk, door een wanprestatie of door een onrechtmatige daad, of per ongeluk door een kind of een huisdier.

Aansprakelijkheid moet niet worden verward met verantwoordelijkheid maar heeft er zijdelings wel mee te maken. Is iemand bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het toezicht op een kind of dier, kan uit het verwaarlozen van die taak schadeplichtigheid ontstaan.

Nederlands recht

Bronnen van aansprakelijkheid

Het Nederlands recht kent drie bronnen van aansprakelijkheid:

  • contractuele aansprakelijkheid: aansprakelijkheid die voortvloeit uit het niet-nakomen van een overeenkomst, deze aansprakelijkheid volgt uit een rechtshandeling
  • aansprakelijkheid uit de wet, deze aansprakelijkheid volgt uit feitelijke handelingen en zogeheten "blote" rechtsfeiten:
    • aansprakelijkheid op grond van boek 6, titel 3 BW Onrechtmatige daad:
    • aansprakelijkheid voor motorrijtuigen (art. 185 WVW)
    • aansprakelijkheid uit rechtmatige daad.

Contractuele aansprakelijkheid

Het kan zijn dat iemand schade lijdt omdat zijn wederpartij niet doet wat was afgesproken. De aansprakelijkheid van de schuldenaar voor de schade die ontstaan is door het niet nakomen van de overeenkomst wordt contractuele aansprakelijkheid genoemd. Voorbeeld: X heeft met Y afgesproken zijn huis aan Y te verkopen en in eigendom te leveren door op een bepaalde datum bij de notaris de overdrachtsakte te tekenen en de koopprijs te doen betalen door Y. Y blijft echter in gebreke, verschijnt niet op het afgesproken tijdstip bij de notaris en neemt het huis niet af. Daardoor moet X zijn huis uiteindelijk aan Z voor een lagere koopprijs verkopen. Voor de schade die X dan lijdt, de lagere prijs en de extra kosten, is Y aansprakelijk. Y is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst.

Wettelijke aansprakelijkheid

Alle aansprakelijkheid die niet voortvloeit uit een overeenkomst, maar die voortvloeit uit de wet, wordt wettelijke aansprakelijkheid genoemd. De rechtsgronden voor deze aansprakelijkheid worden in de wet gevonden en wel omschreven als verbintenissen uit de wet. Hierbij maakt men een onderscheid tussen aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad en aansprakelijkheid uit rechtmatige daad.

Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad

De onrechtmatige daad is in Nederland geregeld in artikel 6:162 BW. Zie daarover ook het betreffende artikel. Voorbeeld. Een week later steekt X de weg voor zijn huis over en wordt daarbij aangereden door een auto bestuurd door Y voornoemd. Bij die aanrijding loopt X ook weer schade op, persoonlijke of letselschade, toevallig weer veroorzaakt door Y. Deze keer is echter geen sprake van een overeenkomst die niet wordt nagekomen, maar van een onrechtmatige daad van Y. Dit type van aansprakelijkheid wordt ook wel wettelijke aansprakelijkheid genoemd. De wet bepaalt in dit geval dat Y aansprakelijk is voor de schade van X. Overigens gelden voor de verkeersaansprakelijkheid daarnaast specifieke regels. Voor het veroorzaken van schade in het verkeer is men meestal verzekerd. Dergelijke verzekeringen heten dan ook WA-(wettelijke aansprakelijkheids)verzekeringen, in het geval van een motorvoertuig ook wel WAM-verzekering genoemd.

Aansprakelijkheid uit rechtmatige daad

De aansprakelijkheid uit rechtmatige daad vloeit voort uit daden die volgens de wet een verplichting tot schadevergoeding kunnen doen ontstaan, maar niet gerekend kunnen worden tot de onrechtmatige daad. Hieronder vallen de rechtmatige verbintenissen uit de wet: zaakwaarneming, ongerechtvaardigde verrijking en onverschuldigde betaling.

Schuld of risico

Het burgerlijk recht maakt een onderscheid tussen schuld en risico. Bij schuld-aansprakelijkheid moet er sprake zijn van enige verwijtbaarheid aan de zijde van de het incident veroorzakende persoon om tot aansprakelijkheid te komen.

De onrechtmatige daad is een rechtsfeit waarbij sprake is van schuldaansprakelijkheid of risicoaansprakelijkheid. Soms is er geen sprake van onrechtmatige daad, omdat door een schulduitsluitingsgrond de schuld aan de kant van de schadeveroorzaker geheel wegvalt. Zo kan er sprake zijn van overmacht: Bijvoorbeeld het geval dat een voetganger onverhoeds de weg oversteekt en wordt aangereden door een automobilist die deze oversteekhandeling niet kon zien aankomen. De automobilist kon redelijkerwijze de aanrijding niet voorkomen en hij is dan niet zonder meer aansprakelijk. Aan het met succes doen van beroep op overmacht worden zeer hoge eisen gesteld. De rechter zal op grond van Artikel 185 Wegenverkeerswet in het algemeen zeer terughoudend zijn met een erkenning van overmacht. Men mag ervan uitgaan dat een bestuurder van een motorrijtuig (in de ruimst mogelijke betekenis) doorgaans 'schuldig' wordt geoordeeld in een verkeersincident jegens een 'zwakkere' verkeersdeelnemer.

Bij risicoaansprakelijkheid speelt 'schuld' geen rol. Als een bepaald risico zich verwezenlijkt dan is daarmee de aansprakelijkheid gegeven. Een voorbeeld hiervan is de aansprakelijkheid van de eigenaar van een pand waaraan een gebrek kleeft. Als door dat gebrek schade ontstaat, het huis van mijn buurman stort in door een constructiefout en bij het instorten ontstaat schade aan mijn schuur, dan is de eigenaar aansprakelijk voor mijn schade ook al kende hij het gebrek niet. Andere veel voorkomende voorbeelden zijn de aansprakelijkheid van ouders voor de daden van hun kinderen die jonger dan 14 jaar zijn (of 14 of 15 jaar, als de ouders zich niet (kunnen) disculperen), van werkgevers voor de daden of het nalaten daarvan door hun ondergeschikten, of van dierenbezitters (particulier) voor de zelfstandige gedragingen van hun dieren (uitgebroken paarden, loslopende honden). Deze vormen van aansprakelijkheid heten behalve risicoaansprakelijkheid ook wel kwalitatieve aansprakelijkheid.

Belgisch recht

Zie Aansprakelijkheid (België).

Zie ook