Joseph Alberdingk Thijm
Joseph Alberdingk Thijm portret (1864-1889)
Algemene informatie
Volledige naam
Josephus Albertus Alberdingk Thijm
Ook bekend als
J.A. Alberdingk Thijm
Geboren
13 augustus 1820
Geboorteplaats
Amsterdam
Overleden
17 maart 1889
Overlijdensplaats
Amsterdam
Land
Nederland
Beroep
dichter, schrijver, academisch docent, literatuurcriticus, uitgever, kunsthistoricus, kunstcriticus
Werk
Bekende werken
De herdertjes lagen bij nachte
Dbnl-profiel
Buste van Alberdingk Thijm door Hein Maessen in de Statenpassage
Josephus Albertus (Joseph of Jozef) Alberdingk Thijm (Amsterdam , 13 augustus 1820 – aldaar, 17 maart 1889 ) was een Nederlands hoogleraar, uitgever, kunstcriticus en schrijver van gedichten en historische novellen .
Biografie
Jozef Alberdingk Thijm was de oudste zoon van de Amsterdamse koopman Joannes Franciscus Alberdingk (1788-1858) en Catharina Thijm (1793-1864) wier achternamen bij koninklijk besluit werden samengevoegd op 20 januari 1834.[ 1] . Zijn zeven jaar jongere broer Paul werd historicus. In 1835 verliet Jozeph (toen 14,5 jaar oud) de reguliere schoolbanken en plaatste zijn vader hem in een door hem gekochte zaak van koloniale voedingswaren. Hij trouwde met Wilhelmina Anna Sophia Kerst. Zij hadden vijf kinderen: Jan, Catharina , Frank, Karel (Lodewijk van Deyssel) en de jong overleden Maria.
Alberdingk Thijm nam in Nederland een prominente positie in het rooms-katholieke leven in. In 1852 nam hij samen met Herman van Nouhuys (1821-1853) het initiatief voor de Volks-Almanak voor Nederlandsche Katholieken . Daarnaast was Thijm onder meer kunstcriticus voor de uitgave Amsterdamsche Ten-toon-stellingen en schreef daar onder het pseudoniem Pauwels Foreestier. In 1855 begon hij het tijdschrift Dietsche Warande waarin hij ook vele andere pseudoniemen hanteerde: Piet van Amstel, A. Th., A.Z.B., Buikslooter, Markies van Carabas, Cora., Egbertus Wilhelmus, Van Herstal, Albyser van Herstelle, Sybrand Joosten, B.K. Amsterdammer, Kirghbijl ten Dam, M., Nil nisi per Christum, Lukas Peregrijn, P.F., Pieter Reyser de Jongere, Eene Stem uit de Dietsche Warande en Joosten Sybrant.[ 2]
Zijn artikelen over gotische kunst waren van grote invloed op de jonge architect Pierre Cuypers (die in 1859 met Thijms zuster Antoinette trouwde) en op de opkomst van de neogotiek in Nederland. In 1860 adviseerde Thijm bij de restauratie van het praalgraf van Engelbrecht I van Nassau in Breda. Na de dood van zijn vader nam Jozef in 1863 de drukkerij Van Langenhuijsen over waardoor hij zijn ideeën en overtuigingen op grotere schaal kon verspreiden.
In juli 1871 organiseerde Alberdingk als voorzitter van de Piusvereniging in het Amsterdamse Paleis voor Volksvlijt een huldeblijk aan de jubilerende paus Pius X met onder meer een feestcantate van de hand van Johannes Verhulst en Herman Schaepman . En in de aanloop naar de viering van driehonderd jaar "Bevrijding van Den Briel" weigerde hij de nationale vlag uit te steken. Hij werd bedreigd en uitgejouwd door jeugd met de leuze: "Als Alberdingk niet vlagt, gooien we hem in de gracht".[ 3]
Thijm wilde een deel van zijn boeken in bruikleen geven aan het in aanbouw zijnde Rijksmuseum Amsterdam . Samen met dit aanbod wilde hij ook bezoldigd bibliothecaris van het Rijksmuseum worden. Hij liet zijn wensen schriftelijk toekomen aan de referendaris en hoofd van de rijksafdeling Kunsten en Wetenschappen Victor de Stuers , die aangaf dat hij maar de minister moest benaderen.[ 4] Op 4 december 1876 werd Thijm door bemoeienis van De Stuers hoogleraar aan de Amsterdamse Rijksakademie van beeldende kunsten in esthetica en kunstgeschiedenis .
Band met België en Vlaanderen
Thijm had geen hoge pet op van België en de Belgen. Toch hield hij vele contacten met Franstalige schrijvers als Joseph Kervyn de Lettenhove en Prosper de Hauleville en met auteurs die actief waren in de Vlaamse Beweging , zoals Jan Baptist David , Ferdinand Snellaert , Prudens van Duyse en Karel Frans Stallaert .[ 5] Hij onderhield ook goede contacten met James Weale en met Guido Gezelle . In 1887 kreeg hij samen met Gezelle een eredoctoraat van de Katholieke Universiteit Leuven . De correspondentie tussen beide schrijvers is digitaal toegankelijk.[ 6]
Bibliografie
1843 - Over de spelling van de bastaartwoorden in 't Nederduitsch . Door M. (= J.A. Alberdingk Thijm)
1844 - Drie gedichten . Bevat: Bij het borstbeeld van Bilderdijk; Ermingard van Voorne; De geboorte der kunst
1844 - Viooltjens en grover gebloemte, in ouderlijken gaard gekweekt: zijn vrienden aangeboden
1844 - Het standbeeld voor Rembrandt
1846 - De klok van Delft, een romantiesch verhaal . Bevat: Josina; Ewout; De klok
1847 - Legenden en fantaiziën
1847 - De Nederduitsche spelling, in haar beginsel, haar wezen, en eischen beschouwd
1847 - Anti kritiek. Aan den heere mr. J. van Lennep
1848 - De in-stand-houding onzer monumenten. Een brief aan de vierde klasse van het Koninklijk Nederlandsche Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten
ca. 1848 - De organist van den Dom
1849 - Palet en harp. Romantiesch dichtwerk in vaerzen en proza
1849 - Het koningschap
1849 - De giftbrief van Koning Karel aan zijn getrouwen Diederik, het voetstuk der historie van onzen staat
1850 - Gedichten ontleend aan de Noord- en Zuid-Nederlandsche literatuur der XIIe, XIIIe, XIVe, XVe, en XVIe eeuw , gerangschikt en toegelicht door J.A. Alberdingk Thijm
1850 - De la littérature néerlandaise du moyen age
1850 - Floris ende Blancefloer, door Diederic van Assenede (XIIIe eeuw)
1851 - Carel en Elegast; De vier Heemskinderen; Willem van Oranje; Floris en Blancefloer : oud-Nederlandsche verhalen uit den kring der gedichten, aan Karel den Groote gewijd
1851 - Floris de Vijfde : 23-24 Juni, 1296. Dramatiesch zangstuk, in twee deelen
1851 - Herleving van Vondel. Eene bijdrage tot Vondels charakteristiek, ter gelegenheid van J. van Lenneps uitgave zijner werken
1851 - Een Hollandsch woord aan zijn landgenoten
1851 - Hollandsche bouwkunst. Noord-Hollandsche huizen
1851 - Magdalena van Vaernewyck naar de natuur geteekend door Pauwels Foreestier, Buikslooter (= J.A. Alberdingk Thijm); medegedeeld door J.A. Alberdingk Thijm
1852 - Oude en nieuwere Kerstliederen, benevens gezangen en liederen van andere Hoogtijden en Heiligedagen, als ook van den Advent en de Vasten, gerangschikt naar de orde van het Kerkelijk Jaar; waaraan zijn toegevoegd: een zestal geestelijke liedekens van gemengden inhoud, alle met de zangwijzen voorzien die er van oudsher bij behooren of thands gebruikelijk zijn, en begeleiding van orgel of piano-forte, vooral ter dienste der zang-choren en Katholieke huisgezinnen a.m.D.g. , bew. door Jos. Alb. Alberdingk Thijm en Lamb. Joann. Alberdingk Thijm
1852 - Gedichten ontleend aan de Noord- en Zuid-Nederlandsche literatuur van de 1e en aanvang der 2e helft van de XVIIe eeuw , gerangschikt en toegelicht
1852 - Kerstboekjen : liederen, die van ouds gezongen worden in den Advent en de Kersttijd, dat is van den vierden zondag vóor Kerstmis tot O.L.V. Lichtmisse toe, zijnde de text van de XC eerste nommers uit den zangbundel getiteld: oude en nieuwere kerstliederen enz. , met de melodiën uitg. door J.A. en L.J. Alberdingk Thijm
1853 - De katholieke kerkregeling in ons vaderland
1853 - Het voorgeborchte en andere gedichten
1853 - Geertruide van Oosten. Geschiedenis van een Delftsch begijntjen uit de XIVe eeuw
1853 - Een lees- en zangboekjen voor de jeugd
1853 - Een woord over de Inquizitie. Kantteekening op het jongste geschrift van Dr. Fruin
1853 - Trouw. Een huldegroet aan Zijne Majesteit Koning Willem den Derde, bij Zijn bezoek van Amsterdam, in Grasmaand, 1853
1853 - Maria Tesselschade Roemers
1853 - De geschiedenis onzes vaderlands. Openbare brief aan den heere J. J. van der Horst
1854 - De la littérature néerlandaise à ses différentes époques
1854 - L'art et l'archéologie en Hollande
1854 - Mejufvrouw Leclerc. Iets uit de jongste "oude tijd"
1855 - Teregtwijzing aan den heer J. A. Alberdingk Thijm, naar aanleiding van zijn geschrift: De kunst en archaeologie in Holland , door I. Warnsinck
1855 - Het Begijnenklooster te Grave en zijne dichteresse, geschetst, hoofdzakelijk volgends gelijktijdige, ongedrukte handschriften door Pauwels Foreestier (= J.A. Alberdingk Thijm), en opgedragen aan een begijntjen te Amsterdam
1855 - Volks-Almanak voor Nederlandsche Katholieken, in het jaar onzes Heeren 1855
1855 - Antwoord op de "Teregtwijzing enz." van den Heer Is. Warnsinck
1856 Op het hof.Bijdrage tot de geschiedenis van het Nederlandsch-Katholieke leven der XVIIe eeuw, uit schriftelijke oorkonden en gedrukte bronnen deels voorgesteld, deels afgeleid
1856 - De katholieke Almanak
1856 - Eene onuitgegeven komoedie van Hooft
1857 - Gedachtenis der viering van het zevenendertig-en-eenhalf-jarig huwelijksfeest onzer geliefde ouders Joannes Franciscus Alberdingk Thijm en Catharina Thijm, op den XXIXen April MDCCCLVII
1858 - Willen wij alleen de gothiek?
1858 - Lettre sur la ligne sacrée à M. le Conseiller Auguste Reichensperger
1858 - Isabella Clara Eugenia, Vorstin der Nederlanden
1858 - De heilige linie. Proeve over de Oostwaardsche richting van kerk en autaar als hoofdbeginsel der kerkelijke bouwkunst
1858 - Het nieuwe bouwwerk, ontworpen en ondernomen voor de parochie van O.-L.-V.-Vizitatie te Schiedam, getoetst aan enkele regelen der kerkarchitectuur
1859 - Geschichte der Architektur von den ältesten Zeiten bis auf die Gegenwart dargestellt von Dr. Wilhelm Lübke
1859 - Van "plaesteraers". Eene studie over het beginsel "schijn-en-waarheid" in de kunst
1859 - Jesus, voor Pilatus, gevolgd van De afdoening van 't kruis. Oud-christelijke legenden
1860 - Hoe de heer J.A. Alberdingk Thijm, naar aanleiding van het feestelijk herdenken van Alkmaars ontzet in 1573, constitutie en historie in bescherming neemt , door W. van der Kaay
1860 - Mr. Isaac da Costa. Enkele trekken van 's dichters charakterbeeld
1860 - Maria legenden
1861 - [https://books.google.nl/books?id=Lf5oAAAAcAAJ&printsec=frontcover Volks-almanak voor Nederlandsche katholieken in het jaar onzes heeren 1861
1861 - Een Hollandsche dichtkrans, neêrgelegd aan de voeten van Hare Majesteit Maria Sophia Amalia
1861 - De restauratie der groote zaal op het Binnenhof in 's Gravenhage. Openbare brief over dat onderwerp aan de Koninklijke Akademie van Wetenschappen
1863 - Het Amsterdamsche kuipersgild
1863 - Een weinig Amsterdamsche kritiek bij gelegenheid der nationale feestvieringen
ca. 1864 - Nadere bizonderheden uit het letterkundig levenschronijkjen van Pieter Pypers
ca. 1864 - Catharina Thijm
1865 - Wolfhezen en Kevelaar
1866 - Een broederlijk woord, gericht tot de Katholieke kiezers te Amsterdam en elders
1866 - Joannes Franciscus Alberdingk Thijm. Zijne afkomst, zijn leven, zijn charakter
1866 - Een nieuw lied van Joost van den Vondel, opgezongen door zijne schim, in den nacht van woensdag op donderdag (29-30 Aug. ll.), nadat de gemeente-raad van Amsterdam, het verzoek der Vondels-Commissie, om eene fundering voor het standbeeld aan de torensluis te leggen, had gewezen van de hand
1867 - Willem Bilderdijk
1867 - Wondervolle genezing van Maria Meens, werkzuster in het klooster der dochters van Maria (Instituut Paridaens) te Leuven, verkregen op het feest van St. Joseph, 19 Maart 1867
1869 - De bezwaren van Jhr. Dr. F. A. Hartsen "Tegen het Catholicisme", beandwoord
ca. 1869 - De afstamming der laatste heeren van Brederode
1870 - De chronijken van den Huize van Berkele
1871 - De liefdesgeschiedenissen van twee Nederlandsche dichters . Beteft Joost van den Vondel en Constantijn Huygens
1871 - Gedenkschriften van Jan Sinkel de Jonge (1721-1771)
1874 - Amsterdamsche feestgedichten van J.A. Alberdingk Thijm ... ter gelegenheid van XII Mei MDCCCLXXIV, den 25en verjaardag der huldiging, als Koning en Koningin der Nederlanden van Willem den Derde en Sophia Mathilde
1875 - Een mislukt drama. Beoordeling van Multatuli's "Vorstenschool"
1875 - Het koggeschip. Legende van Amsterdam
1876 - Portretten van Joost van den Vondel. Eene laatste aflevering tot het werk van Mr. Jac. van Lennep
1876 - Openingsrede, bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Rijks-Akademie van Beeldende Kunsten, den 4n December, 1876
1876 - Guide à l'exposition historique d'Amsterdam, ouverte dans les salles de l'ancienne académie des beaux-arts (Oûmanhuis), 1876
1878 - Bvlla "Ineffabilis" in de Nederlandsche en Vriesche talen, benevens de bepaling van het Leerstuk der Onbevlekte Ontvangenis in de talen der Oost- en West-Indische koloniën, en in de voornaamste Noord-Nederlandsch dialekten
1879 - J. vanden Vondels Leeuwendalers, lantspel, ingericht voor het nieuwere schouwtooneel
1879 - Over Vondel als dramatiesch dichter, en meer bizonder over zijn "Leeuwendalers"
1879 - Verspreide verhalen in proza . Eerste deel
1879 - Gerard Lairesse
1881 - Susanne Bartelotti. Komedie, in twee bedrijven
1881 - Verspreide verhalen in proza . Tweede deel
1881 - Het geslacht Hooft, eene genealogie, uit ongedrukte bescheiden opgemaakt en met vele levensbizonderheden gestoffeerd
1883 - Verspreide verhalen in proza . Derde deel
1883 - Huyg de Groot in Amsterdam, 1632. Blijspel in twee bedrijven
1883 - Bundel gedichten, schetsen en novellen , van Prof. J. A. Alberdingk Thijm en zijne dochter Catharina Ludovica Maria Alberdingk Thijm
1884 - Verspreide verhalen in proza . Vierde deel
1888 - Katalogus der bibliotheek van de Rijks-Academie van Beeldende Kunsten
1890 - Notre Dame de Forest. Een verhaal uit de XVIIe eeuw
1894 - Verspreide gedichten van J.A. Alberdingk Thijm, 1841-1889
Erkenning
Handschrift van Alberdingk Thijm (1850)
In Nederland zijn zowel een toneelvereniging en een middelbare school als een plein en lanen en straten naar hem vernoemd:
Toneelvereniging Rederijkerskamer Alberdingk Thijm is een amateurtoneelgroep in Haarlem en werd opgericht in 1890.
In Den Haag (Spoorwijk ) zijn een straat en een plein vernoemd naar Thijm.
In Heerlen (Molenberg ) is een plein vernoemd naar Thijm.
De (J.A.) (Alberdingk) Thijmstraat vindt men verder in Amsterdam , Arnhem , Gendringen , Etten-Leur , Haarlem , Hengelo , 's-Hertogenbosch , Nijmegen , Rotterdam , Schiedam , Terneuzen , Tilburg , Utrecht , Venlo , Vlijmen en Waalwijk . Ook in Eindhoven , Geleen en Harderwijk werd een laan naar hem genoemd.[ 7]
Het Alberdingk Thijm College (ATC) is een middelbare school in Hilversum.
Literatuur
L. VAN DEN BROEKE, Jos. A. Alberdingk Thijm Bij Het Eeuwfeest Zijner Geboorte Herdacht in Zijn Sterfhuis , [Amsterdam], 1920. (Rede uitgesproken te Amsterdam 31 maart 1920 in het sterfhuis, het gebouw der Gonzaga-vereeniging, N.Z. Voorburgwal 161. )
Michel VAN DER PLAS, Mijnheer Gezelle , Tielt, 1991.
P. A. M. GEURTS e.a., J. A. Alberdingk Thijm. Erflater van de negentiende eeuw , 1992.
Michel VAN DER PLAS, Vader Thijm. Biografie van een koopman-schrijver , Baarn, 1995.
Bernadette VAN HELLENBERG HUBAR, Arbeid & Bezieling. De esthetica van P.J.H. Cuypers, J.A. Alberdingk Thijm en V.E.L. de Stuers, en de voorgevel van het Rijksmuseum 1997 (handelseditie proefschrift)
Jan DE MAEYER, Jozef Alberdingk Thijm , in: Nieuwe encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt, 1998.
Bronnen, noten en/of referenties
↑ Advertentien , Nederlandse staatscourant, 1 februari 1834
↑ Wim Hazeu, Het literair pseudoniemen boek , 1987, De Bijenkorf, blz. 93-92
↑ https://onsamsterdam.nl/nieuwezijds-voorburgwal-161-1-april-1872-we-smijten-em-in-de-gracht?nieuwsbrief&utm_source=newsletter&utm_medium=email&utm_campaign=Ons+Amsterdam+nieuwsbrief+14-12-2022
↑ Perry, Jos (2004) Ons fatsoen als natie. Victor de Stuers 1843-1916 , p. 109
↑ F.A. VERCAMMEN, Thijm en Vlaanderen , Amsterdam en Mechelen, 1932.
↑ Joseph Alberdingk Thijm . Gezelle . Gearchiveerd op 29 juni 2021 . Geraadpleegd op 29 juni 2021 .
↑ https://web.archive.org/web/20161105223406/http://postcodebijadres.nl/alberdingk-thijmstraat