H.L. MenckenHenry Louis Mencken (Baltimore, Maryland, 12 september 1880 - Baltimore, Maryland, 29 januari 1956) was een Amerikaans journalist en sociaal criticus. Hij staat bekend als een invloedrijke schrijver uit het eerste gedeelte van de 20e eeuw. LevenMencken werd geboren in Baltimore (in de staat Maryland) als kind van Duits-Amerikaanse ouders. Zijn vader had een sigarenfabriek. In 1899 werd hij verslaggever voor de Baltimore Morning Herald. In 1906 stapte hij over naar de Baltimore Sun. Hij mocht daar een column schrijven, maar kreeg ook redactionele verantwoordelijkheden. In die tijd kreeg hij interesse voor het schrijven van korte verhalen, novelles en wat poëzie. Voor het literaire magazine The Smart Set mocht hij zich vanaf 1908 wagen aan het recenseren van literatuur. Van 1914 tot 1923 was hij redacteur van dit blad. Samen met George Jean Nathan begon hij in 1924 de American Mercury, dat een nationale verspreiding kreeg en op vele studentencampussen gelezen werd. Een hoogtepunt in de geschiedenis van dit blad was Menckens arrestatie in 1926 in Boston bij het venten met een in Boston verboden nummer. Als redacteur werd Mencken bevriend met gerespecteerde schrijvers uit die tijd, zoals F. Scott Fitzgerald en Theodore Dreiser.
WerkIn columns en reportages bestreed Mencken met stilistisch virtuoze spot alle vormen van vulgariteit, corruptie, hypocrisie, godsdienstige kwezelarij, sommige alternatieve geneeswijzen en onderdrukking, maar ook een goedbedoelende wereldverbeteraar als president Woodrow Wilson en in het bijzonder de Amerikaanse obsessie met het puritanisme, dat hij omschreef als "de kwellende vrees dat iemand, ergens, misschien gelukkig is".[1] Niets en niemand werd gespaard. Hij hield er bewust een provocerende stijl op na, die hij beschouwde als effectiever dan de klaagzang. In de roaring twenties bereikte hij hiermee zijn hoogtepunt van invloed en populariteit. In de jaren dertig, toen de Grote Depressie had toegeslagen, wijzigde hij zijn toon niet, maar bleek het publiek er minder voor in de stemming te zijn. Toen wreekte zich dat hij wel goed was in neersabelen, maar weinig deed aan opbouwende kritiek. Hij schreef echter ook een studieus en invloedrijk werk, The American Language (1919), toen Amerika nog maar net een rol op het wereldtoneel was begonnen te spelen. Hierin voorspelde hij dat het Amerikaans-Engels het Britse origineel nog eens zou gaan overvleugelen.
Bibliografie
Bronnen, noten en/of referenties
|