Apollo 1
Apollo 1 is de naam die aan het ruimtevaartuig Apollo/Saturnus 204 werd gegeven nadat het vaartuig tijdens een oefening van de bemanning op 27 januari 1967 door brand werd verwoest. De driekoppige bemanning kwam hierbij om het leven. Het ongeval gebeurde in de commandomodule boven op de Saturnus IB-raket die klaarstond op Lanceercomplex 34 van Cape Canaveral. De bemanning bestond uit drie astronauten die voor het aanvankelijke Apollo-programma waren geselecteerd: gezagvoerder Virgil Grissom, senior-piloot Ed White en piloot Roger Chaffee. Bemanning
Reservebemanning
(Deze bemanning werd geselecteerd voor Apollo 9.)
(Deze bemanning werd geselecteerd voor Apollo 7.) Het ongevalOnmiddellijk voorafgaand aan het ongeval waren de bemanningsleden een controlelijst aan het doornemen met dingen die zij in de ruimte zouden doen. Ondertussen werd een probleem aan het communicatiesysteem verholpen. Plotseling riep een stem (waarvan men nu aanneemt dat het Chaffee is geweest): "Vuur, ik ruik vuur." De verbinding met de grondeenheid werd beëindigd met een schreeuw van pijn. De bemanning kon niet ontsnappen, omdat de cabine onder grote druk stond. Voor het openmaken van de deur moest eerst de overdruk worden weggenomen. In het gunstigste geval zou het 90 seconden gevergd hebben om naar buiten te komen, terwijl de bemanning in slechts ongeveer 15 seconden werd gedood. OorzaakMen veronderstelt dat de brand werd veroorzaakt door een vonk ergens in de 50 km lange bedrading. Dit leidde tot een snelle verbranding in de met zuivere zuurstof onder druk gevulde cabine. De NASA had in de eerdere projecten Mercury en Gemini de cabines ook met zuivere zuurstof gevuld, zonder dat iemand ooit had beseft hoe brandgevaarlijk dit was. Naar aanleiding van de brand ging de ruimtevaartorganisatie over op een gemengde stikstof/zuurstofatmosfeer. De onderzoeksraad stelde vast dat een met zilver bedekte koperdraad in een klimaatbeheersingseenheid dicht bij de besturingsmodule zijn isolatie had verloren, doordat deze herhaaldelijk was gestript en geschuurd door het openen en sluiten van een toegangsklep. Dit zwakke punt in de bedrading zat dicht bij een lekkende verbinding in een etheenglycol/waterkoelingsleiding. De elektrolyse van de oplossing van ethyleenglycol met de anode die van zilver was gemaakt resulteerde in een hevige exotherme reactie, waardoor het ethyleenglycolmengsel tot ontbranding kwam. Dit mengsel kon in de atmosfeer van zuivere zuurstof heftig branden. De brandDe brand breidde zich snel uit waardoor de ruimtepakken van de astronauten smolten. De pakken van Grissom en van White werden later samengesmolten teruggevonden. Men concludeerde dat de bemanning was gestorven aan rookinhalatie en niet aan brandwonden. Volgens het Rapport van de Apollo 204 Onderzoeksraad, had Grissom derdegraads brandwonden op 36% van zijn lichaam (eerste-, tweede- en derdegraads brandwonden bedekten 60% van zijn lichaam) en zijn ruimtepak was voor 70% vernietigd. White had derdegraads brandwonden op 40% van zijn lichaam en zijn ruimtepak was voor 25% vernietigd. Chaffee had derdegraads brandwonden op 23% van zijn lichaam en zijn ruimtepak was voor 15% gesmolten. HerdenkingOp de plaats van de brand zijn nu twee gedenkplaten geplaatst voor de drie mensen die omkwamen. Op de ene staat:
Vertaling:
Op de andere staat:
Vertaling:
Trivia
Galerij
Bronnen, noten en/of referenties
Zie de categorie Apollo 1 van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|
Portal di Ensiklopedia Dunia